Herhaling schrijfvaardigheid

Jeudi 12 janvier
Objectif d'apprentissage : récapitulation de la théorie pour l'examen de la semaine prochaine. 
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Jeudi 12 janvier
Objectif d'apprentissage : récapitulation de la théorie pour l'examen de la semaine prochaine. 

Slide 1 - Diapositive

Avez-vous passé de bonnes vacances?
A
Oui, Super!
B
Non, pas du tout
C
Comme si , comme ça
D
Oui, normale

Slide 2 - Quiz

Etes-vous prêts pour les examens de la semaine prochaine?
A
Oui, je suis trés bien préparé
B
Oui, mais il y a encore du travail
C
Non, mais ça va aller
D
Non, j'ai énormément de stress

Slide 3 - Quiz

SE Schrijfvardigheid
Pour bien vous préparer voici une petite récapitulation.
Ik heb nog niet van iedereen de 2e schrijfopdracht gekregen!
Wil je het laten nakijken voor feedback dan ontvang ik hem graag.

Slide 4 - Diapositive

Hoe weet je of je met een formele of informele brief te maken hebt?

Slide 5 - Carte mentale

Waar moet je allemaal op letten bij een formele brief?

Slide 6 - Carte mentale

Je wilt een plaats reserveren op een camping in Frankrijk. Je hebt het mailadres gevonden op de site van de camping - is dit een formele of een informele mail?
A
Formele mail
B
Informele mail

Slide 7 - Quiz

Bij een formele brief/mail vermeld je het onderwerp. Welk Franse woord voor 'onderwerp' gebruik je?
A
But
B
Sujet
C
Objet
D
Thème

Slide 8 - Quiz

Je wilt een plaatsje reserveren op een camping. Wat is het onderwerp van je brief? Objet: (noteer het Franse woord)

Slide 9 - Question ouverte

Wat is een juiste aanhef boven de brief/mail naar de camping?
A
Monsieur Lebrun,
B
Madame, Monsieur,
C
Cher Marc,
D
Madame,

Slide 10 - Quiz

Je wilt een plaats (un emplacement) reserveren van 12 tot 19 juli voor 4 personen. Hoe zeg je dit?

Slide 11 - Question ouverte

Je vraagt aan de hoteleigenaar of hij is een tafel voor 2 kan reserveren in zijn restaurant.
A
Tu peux reserver une table pour deux?
B
Tu pourrais reserver une table pour deux?
C
Vous pouvez reserver une table pour deux?
D
Vous pourriez reserver une table pour deux?

Slide 12 - Quiz

Je schrijft een mail naar Marie-Claire, een Frans meisje dat je hebt ontmoet tijdens de Parijsreis. Welke aanhef is juist? (2x)
A
Cher Marie-Claire,
B
Madame,
C
Bonjour Marie-Claire,
D
Salut Marie-Claire,

Slide 13 - Quiz

Je stuurt Marie-Claire een kaartje. Moet je hier een datum op zetten?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Schrijf op een juiste manier de datum van vandaag op zoals je dat zou doen bij de informele brief

Slide 15 - Question ouverte

Even oefenen...
Vertaal de zinnen op de volgende dia's 

Slide 16 - Diapositive

Hoi, hoe gaat het?

Slide 17 - Question ouverte

Met mij gaat het goed.

Slide 18 - Question ouverte

Op uw website heb ik gelezen ...

Slide 19 - Question ouverte

Wij zijn met 4 personen

Slide 20 - Question ouverte

Bij voorbaat dank

Slide 21 - Question ouverte

Groetjes, dikke kus

Slide 22 - Question ouverte

Ik zit in de eindexamenklas

Slide 23 - Question ouverte

Wat voor weer is het?

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal: Ik schrijf u omdat ik een appartement wil reserveren.

Slide 25 - Question ouverte

Bezittelijk voornaamwoord
mon ma mes
ton ta tes
son sa ses
notre nos
votre vos
leur leurs

Slide 26 - Diapositive

mijn vrienden
uw hotel
mijn familie
onze tenten
mijn hobbies
onze werkervaring
ma famille
mon famille
votre hôtel
notre tentes
vous hôtel
mes hobbies
mes amis
mon hobbies
nos tentes
notre expérience de travail

Slide 27 - Question de remorquage

Vragen stellen
  • intro zin "ik heb een aantal vragen voor u"
  • vraagwoorden leren!
  • vraagwoord vooraan? est-ce que of inversie
  • vraagwoord achteraan? normale zin
  • Quel est/sera le salaire?
  • standaardzinnen leren!

Slide 28 - Diapositive

Werkwoorden
  • in elke zin
  • zijn ze goed vervoegd?
  • regelmatige en onregelmatige
  • persoon (niet tu en vous door elkaar gebruiken!) 
  • Let op: plaats en vervoeging wanneer je meerdere werkwoorden in een zin hebt. 

Slide 29 - Diapositive

Voorbereiding SE 
* Leer goed het verschil tussen formeel en informeel
* Ken de conventies uit je hoofd
* Leer de standaard zinnen uit je hoofd want dat scheelt tijd
* Neem al jouw oefenbrieven door en sta stil bij de fouten die je  gemaakt hebt om te weten waar je op moet letten.

Slide 30 - Diapositive

Tijdens het SE ( 100 min)
Neem de tijd om de opdracht goed door te lezen
Je hebt een référence en woordenboek tot je beschikking
Let bij het opzoeken van woorden dat je de juiste vertaling pakt (is het een w.w/z.n.w/bijv. nw?)

Slide 31 - Diapositive

Na het SE
Haal diep adem
Je hebt het onderdeel schrijfvaardigheid voor Frans afgerond!

Slide 32 - Diapositive

Beoordeling 
Je wordt op onderstaande punten beoordeeld:
  1. Taalvaardigheid ( gebruik van grammatica, spelling, woordenschat)
  2. Conventies
  3. inhoud van de brief ( voldoe je aan de opdracht)
  4. interpunctie

Slide 33 - Diapositive

Des questions?

Slide 34 - Diapositive

Et maintenant?
Teruggave van de PW idioom
Vervolgens teruggave van brieven die ik nagekeken heb
Feedback geven op brieven die nog ingeleverd worden
Zelfstandig aan de slag

Slide 35 - Diapositive

Zelfstandig
  1. Voorbereiden op SE schrijfvaardigheid
  2. Extra luistertoets maken
  3. Mening opschrijven van boek die je uitgelezen hebt voor je leesdossier

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive