phrases unité 3
1 / 13
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Zie onderstaande bezittelijke voornaamwoorden. Maak de juiste combinaties.
ons/onze
jullie/
uw
hun
leur
nos
notre
votre
vos
leurs
Slide 2 - Question de remorquage
Koppel het juiste bezittelijke voornaamwoord aan het bezit
La voiture (de auto)
Un stylo (een pen)
Deux chaussures (schoenen)
Mon
Ton
Son
Notre
Votre
Leur
Ma
Ta
Sa
Notre
Votre
Leur
Mes
Tes
Ses
Nos
Vos
Leurs
Slide 3 - Question de remorquage
de Bezittelijke Voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
mon
ton
son
ta
tes
mes
ses
ma
sa
Slide 4 - Question de remorquage
vertaal:
een oude man
een oude man
Slide 5 - Question ouverte
vertaal: mijn nieuwe vriend
Slide 6 - Question ouverte
vertaal:
wat is dat?
wat is dat?
Slide 7 - Question ouverte
vertaal:
Zijn moeder ziet er altijd heel netjes uit.
Zijn moeder ziet er altijd heel netjes uit.
Slide 8 - Question ouverte
vertaal:
Ik ben het niet met je eens.
Ik ben het niet met je eens.
Slide 9 - Question ouverte
vertaal:
Onze vrienden vinden dat mooi.
Onze vrienden vinden dat mooi.
Slide 10 - Question ouverte
Het dier heeft een gemiddeld formaat en weegt veel.
Slide 11 - Question ouverte
vertaal:
Links van het café staat een oude, houten kerk.
Links van het café staat een oude, houten kerk.
Slide 12 - Question ouverte
vertaal:
Onze vrienden vinden dat mooi.
Onze vrienden vinden dat mooi.
