sociaal zekerheidsrecht- Toeslagenwet en WAZO

Wat hebben we vorige les gedaan

  • We zijn de vorige keer geëindigd met de WIA
  • We gaan dus eerst nog een even de WIA oefenen en daarna de nieuwe stof
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
rechtenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat hebben we vorige les gedaan

  • We zijn de vorige keer geëindigd met de WIA
  • We gaan dus eerst nog een even de WIA oefenen en daarna de nieuwe stof

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anne was op 1 december 2010 gaan werken, en werd op 15 maart 2015 ziek. Doordat zij na 104 weken nog steeds 70% arbeidsongeschikt is, heeft zij op 15 maart 2017 recht op een WGA-uitkering.
Wat voor soort uitkering zal zij ontvangen: loongerelateerd, loonaanvullend of een vervolguitkering? Motiveer je antwoord.

Slide 2 - Question ouverte

Anne voldoet dus zonder meer aan de referte-eis: wekeneis, maar ook aan de jareneis.
Dan heeft zij recht op een loongerelateerde uitkering van 7 jaar.

Daarna is het de vraag of zij de resterende verdiencapaciteit kan verdienen of minstens de helft daarvan. Dan krijgt ze een loonaanvullings uitkering en anders wordt het een vervolguitkering.

Haar jaarinkomen was € 12.000,00. Wat wordt de hoogte van haar maand-uitkering?
Leg uit hoe je aan dit antwoord komt.

Slide 3 - Question ouverte

Zij heeft recht op een loongerelateerde uitkering. Dit betekent dat zij de eerste twee maanden 75% krijgt en daarna 70% van haar laatstverdiende loon dat 1200,00 bedraagt. Dus 900,00 of 840,00.
welke uitkering krijgt Anne na haar loongerelateerde uitkering, ervan uitgaande dat ze inmiddels met werk nog 60% van haar resterende verdiencapaciteit benut?
A
loonaanvullingsuitkering
B
vervolguitkering

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Anne verliest haar werk en valt daarom terug op de vervolguitkering. Ze is nog steeds 70% ao. Wat wordt de hoogte van haar uitkering?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Toeslagenwet 
We gaan oefenen met de toeslagenwet

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de toeslagenwet?
A
volksverzekering
B
werknemersverzekering
C
sociale voorziening

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie voert de toeslagenwet uit?
A
SVB
B
UWV
C
Gemeente
D
Belastingdienst

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke toeslag wordt niet door de belastingdienst uitgevoerd?
A
zorgtoeslag
B
huurtoeslag
C
toeslag op WW
D
kindgebonden budget

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarop kan je geen aanvulling krijgen vanuit de toeslagenwet?
A
WW-uitkering
B
Zw-uitkering
C
loondoorbetaling bij ziekte door wg
D
ANW-uitkering

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Peter (25 jaar) is alleenstaande en heeft een inkomen van bruto €40 per dag uit een WIA-uitkering. Heeft hij recht op een toeslag en zo ja hoeveel (per dag)?

Slide 11 - Question ouverte

ja, 16, 57 p/d want sociaal minimum - br.ink= toeslag p.289
Inge (36 jaar) is samenwonend met Mo en heeft een inkomen van bruto €25 per dag uit haar ZW-uitkering. Mo verdiend €60 p/d. Heeft zij recht op een toeslag en zo ja hoeveel (per dag)?

Slide 12 - Question ouverte

nee, want ook kijken naar inkomen van partner!! mo en max ink is 77,24 p/d voor samenwonenden en zij hebben 85, zie p.289
Selma (67 jaar) is samenwonend met Bo en heeft een inkomen van bruto €25 per dag uit haar AOW-uitkering. Bo verdiend €45 p/d. Heeft zij recht op een toeslag en zo ja hoeveel (per dag)?

Slide 13 - Question ouverte

nee, want de toeslagenwet vult de AOW niet aan! zie p183
Wilma (63 jaar) is samenwonend met Jo en heeft een inkomen onder het van bruto €35 per dag, die zij krijgt van haar werkgever als loondoorbetaling tijdens haar ziekte. Jo verdiend €15 p/d. Heeft zij recht op een toeslag en zo ja hoeveel (per dag)?

Slide 14 - Question ouverte

ja, want de toeslagenwet vult dit wel aan, zie p183
Toeslag wordt 77,24-50=22,24 p/d 
WAZO
we gaan nu oefenen met de WAZO

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie voert de WAZO uit?
A
SVB
B
Gemeente
C
UWV
D
Zorgverzekeraar

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de WAZO?
A
volksververzekering
B
werknemersverzekering
C
sociale voorziening

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel weken is het verlof bij zwangerschap en bevalling voor een vrouw?
A
16
B
10
C
4
D
6

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot hoe lang kan een vrouw maximaal wachten met het opnemen van haar zwangerschapsverlof vóór de uitgerekende dag van haar bevalling?
A
16
B
10
C
6
D
4

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel weken heeft een vader maximaal recht op geboorteverlof?
A
1
B
5
C
6
D
16

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je tijdens het gehele geboorteverlof recht op loondoorbetaling/uitkering? en zo ja van wie krijg je dit en hoeveel is dit?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel weken heb je max recht op langdurend zorgverlof?
A
2 weken
B
6 weken
C
8 weken

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar heb je qua inkomen recht op tijdens het langdurend zorgverlof?
A
100% loondoorbetaling
B
70% loondoorbetaling
C
onbetaald, dus niks

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel je beste vriend die alleen woont wordt ziek en heeft verzorging nodig aan huis. Hij woont alleen en vraagt jou. Heb je recht op verlof bij je werkgever? zo ja, welk?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun je verlof krijgen ogv de WAZO op je werk als je opa of oma overlijdt en je wilt de begrafenis bijwonen? Zo ja, welk verlof en is dit betaald?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions