1.7 De Markt

H3 Ben je ondernemend
3.3 Vraag en aanbod
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3 Ben je ondernemend
3.3 Vraag en aanbod

Slide 1 - Diapositive

Terugblik:
De invloed van consumenten op wat er geproduceerd wordt, is:

• groot als ze met velen voor een product kiezen;
• klein als ze met weinigen voor een product kiezen.

Slide 2 - Diapositive

Wat leer je in deze les:
In deze paragraaf leer je hoe op de markt de prijs tot stand komt.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

De vraag:

Vaak vinden consumenten een product te duur. Er is wel belangstelling voor het product, maar zij kopen pas bij een lagere prijs. 

De vraag stijgt als de prijs lager is. De vraag bestaat uit de hoeveelheden van een product die kopers willen kopen bij verschillende prijzen. De vraag naar
een product is afhankelijk van de prijs, en wordt daarnaast beïnvloed door onder meer de smaak van de consumenten, hun inkomens, de reclame en
de mode.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Het aanbod:
Het aanbod bestaat uit de hoeveelheden die winkeliers en andere ondernemers willen verkopen bij verschillende prijzen. Als de prijs van een product daalt, zullen sommige ondernemers dat product niet meer aanbieden. Ze stoppen ermee of gaan iets anders verkopen. 
Daarom is het aanbod bij een lage prijs lager dan bij een hoge prijs.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

De vraag is kleiner dan het aanbod:
De vraag en het aanbod veranderen van dag tot dag. Daardoor kan de vraag kleiner zijn dan het aanbod. Dit betekent dat de vragers bij de dan geldende prijs minder willen kopen dan er
aangeboden wordt. Veel aanbieders gaan dan een lagere prijs vragen. Ze raken hun producten immers niet kwijt bij een hogere prijs. 
Als de vraag kleiner is dan het aanbod, daalt de prijs.

Slide 9 - Diapositive

De vraag is groter dan het aanbod:
De vraag kan ook groter zijn dan het aanbod. De vragers willen dan bij de dan geldende prijs meer kopen dan er aangeboden wordt. Het is voor aanbieders dan gemakkelijk om hun producten te verkopen. Ze zullen daarom een hogere prijs gaan vragen, want ook bij een hogere prijs raken ze hun producten wel kwijt. 
Als de vraag groter is dan het aanbod, stijgt de prijs.

Slide 10 - Diapositive

Vraag en aanbod bij elkaar:
De groentemarkt is niet de enige plaats waar je aardbeien kunt kopen. Er is op veel meer plaatsen aanbod, en consumenten oefenen ook daar vraag uit naar aardbeien. Al die vraag en al dat aanbod bij elkaar noemen economen de markt voor aardbeien. 
Een markt bestaat uit het geheel van vraag naar en aanbod van een product.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Maken / 
Huiswerk voor de volgende les:
Paragraaf 1.7 De markt
+
Rekentrainer is af! (in je boek)

Slide 13 - Diapositive