VWO 5 - leesvaardigheid - vwo 2016-I tekst 4

Comment lire un texte sans tout comprendre
Leesvaardigheid
  
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Comment lire un texte sans tout comprendre
Leesvaardigheid
  

Slide 1 - Diapositive

Welke tip(s) heb je de vorige les gekregen?

Slide 2 - Question ouverte

Tips & tricks
Je hoeft niet alles te weten / te begrijpen
om de vraag juist te kunnen beantwoorden.
Herhaling uit de vorige les

Slide 3 - Diapositive

Tips & tricks
Basis:
  • in grote lijnen begrijpen waar de tekst over gaat
  • signaalwoorden herkennen & weten wat zij aangeven
  • voorbeelden kunnen herkennen
  • meningen kunnen herkennen 
Herhaling uit de vorige les

Slide 4 - Diapositive

Tips & tricks
Basis:
  • in grote lijnen begrijpen waar de tekst over gaat
  • signaalwoorden herkennen & weten wat zij aangeven
  • voorbeelden kunnen herkennen
  • meningen kunnen herkennen 
Herhaling uit de vorige les

Slide 5 - Diapositive

Doelen:
Ik weet dat signaalwoorden verbanden aangeven en oefen hiermee.
Ik weet hoe ik de grote lijnen van de tekst kan vinden.

Slide 6 - Diapositive

(1/6) Wat is de betekenis van 'mais' en wat is het bijbehorende verband?
A
maar - tegenstelling
B
want - tegenstelling
C
maar - relativering
D
want - relativering

Slide 7 - Quiz

(2/6) Welk verband hoort er bij het leesteken ":"?
A
relativering
B
verklaring
C
uitleg
D
voorwaarde

Slide 8 - Quiz

(3/6) Wat is de betekenis van het woord 'aucun'?
A
alles
B
geen
C
geen enkele
D
iedereen

Slide 9 - Quiz

(4/6) Wat is de betekenis van 'peu à peu'?
A
ik kan het een beetje
B
wij konden het
C
beetje bij beetje
D
toen kon ik het een beetje

Slide 10 - Quiz

(5/6) Wat is de betekenis van 'durant'?
A
duur
B
gedurende
C
tijdens
D
kostelijk

Slide 11 - Quiz

(6/6) Wat is de betekenis van 'désormais'?
A
maar vanaf nu
B
voortaan
C
vanaf nu
D
maar

Slide 12 - Quiz

Robert Doisneau

un photographe français

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Lien

Stappenplan - grote lijnen
1. Lees van elke alinea de eerste en laatste zin. 
2. Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen. 

Slide 16 - Diapositive

alinéa 1 
alinéa 2
alinéa 3
alinéa 4
alinéa 5
alinéa 6
Doisneau a photographié le quotidien à Paris. De nos jours on voit encore souvent ses photos parisiennes.
Comment Doisneau est devenu photographe
Le style des photos de Doisneau
Le travail de Doisneau chez Renault et pendant la guerre
La popularité de Doisneau après la Libération
Les photos de Doisneau changent dans les années 80, d'un point de vue négatif à un point de vue positif de la banlieue. 

Slide 17 - Question de remorquage

Hierna komen de examenvragen die je al kunt maken op basis van deze scanmethode.  

Slide 18 - Diapositive

Quelle affirmation ne correspond pas aux deux premiers alinéas ?
A
Doisneau a appris le métier pendant un séjour à la campagne
B
Les photos de Doisneau à Paris sont toujours très populaires
C
Doisneau aimait photographier les gens dans une situation quotidienne
D
Doisneau a du talent

Slide 19 - Quiz

Wat symboliseert het paard waarvan sprake is in de vierde alinea?
A
staat niet in de tekst
B
Frankrijk in oorlogstijd
C
Parijs bezet door de Duitsers
D
een paard dat niet op kan staan

Slide 20 - Quiz

Wat is waar volgens de laatste alinea?
1. Doisneau hield van de nieuwe architectuur in de banlieues aan het begin van de jaren 80.
2. In het museum worden alleen positieve foto's tentoongesteld.
A
1 = waar 2 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar
C
1 = niet waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 21 - Quiz

Er zijn nog twee andere vragen bij deze tekst die je niet direct uit de eerste en laatste zin kunt halen, namelijk:
1. Wordt in de derde alinea vermeld waarom Robert Doisneau ervoor kiest
om mensen niet van dichtbij te fotograferen? 
2. In de jaren 60 en 70 verandert de aanblik van Parijs. 
Was deze ontwikkeling volgens Robert Doisneau positief of negatief voor
de Parijzenaars? 

Slide 22 - Diapositive

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 23 - Question ouverte

Heb je nog vragen?

Slide 24 - Question ouverte