Verlichting en Revoluties - H8 monr

Verlichting en Revoluties - H8 monr
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Verlichting en Revoluties - H8 monr

Slide 1 - Diapositive

Programma
Vandaag en morgen: het behandelen van 8.1 (herhaling), 8.2 en 8.3

Volgende week 8.4 en bespreken opdrachten uit het werkboek

Slide 2 - Diapositive

Vandaag en morgen
- Verlichtingsdenken (herhaling)
- Verlicht absolutisme 
Hoe? Aantekeningen maken en werken in je boek

Morgen (blokuur):
- Revoluties (Frankrijk, Republiek, Amerika)
Hoe? Aantekeningen maken en groepsopdracht uitvoeren

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen (opschrijven!)
1. Ik kan uitleggen wat de Verlichting inhield en welke impact het had op verschillende onderwerpen binnen de samenleving.
2. Ik kan uitleggen waardoor het verlicht absolutisme ontstond.
3. Ik begrijp de invloed van de verlichting op de publieke opinie en de gevolgen hiervan op de maatschappij (aanzet naar revoluties).

Slide 4 - Diapositive

Verlichting
18e eeuw (maar al terug te herleiden vanaf ca. 1650): Een nieuwe en kritische manier van denken / houding waarbij men op zoek gaat naar bewijzen die zijn onderbouwd door logische redeneringen. 
Er komt vertrouwen (positivisme) in eigen ratio middels een combinatie van rationalisme en empirisme. 

Slide 5 - Diapositive

Invloeden

- Opvoeding/scholing: mensen moeten verantwoordelijke en kritische burgers worden om de samenleving te verbeteren
- Optimisme over wat de mens kan bereiken
- Rechtspraak
- Moraal/ethiek
- Cultuurrelativisme
- Religie (volgende slide)

Slide 6 - Diapositive

De Verlichters en het geloof
Ideeën van de verlichters:
  • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in. (deisme)
  • Er is niet één waar geloof.

Gevolgen:
  • Voor godsdienstvrijheid.
  • Tegen een grote invloed van de kerk
  • John Locke: Scheiding van kerk en staat. Mensen kunnen zelf nadenken, de staat kan dat niet voor iemand doen..
Voltaire
(Fr. 1694-1778)

Slide 7 - Diapositive

Voltaire
Voltaire (1694-1778) staat voor de gematigde Verlichting.

Kritisch op de kerk en standensamenleving maar wijst religie niet af.
Kerk en staat moet gescheiden worden.

Lang voorstander van Verlicht absolutisme, maar teleurgesteld door Frederik de Grote. 



Slide 8 - Diapositive

Verlicht absolutisme
absolute vorsten lagen onder vuur door Verlichting
mogelijke reacties:
- censuur/onderdrukking
- verlicht absolutisme

Slide 9 - Diapositive

Verlicht absolutisme

  • Absolute vorsten baseren macht op Droit Divin
  • Verlicht Absolute vorsten leggen nadruk op sociaal contract: dienaars van de staat
  • Daarnaast steun aan verlicht filosofen, bouwen van bibliotheken, enzovoorts
  • Voorbeelden: Catharina de Grote, Frederik de Grote, Jozef II
  • Alles voor het volk, niets door het volk

Slide 10 - Diapositive

Verlicht Absolutisme
Andere vorsten gingen het verlichtingsdenken toepassen
  • Catharina de Grote wordt ook een Verlicht Absolutist genoemd - stichting scholen en universiteiten, vaccinaties en meer. 
  • Maar ook harde censuur

Slide 11 - Diapositive

verlicht absolutisme
'eerste dienaar van de 
staat'
'niet regeren door het volk
maar voor het volk'

Slide 12 - Diapositive

kenmerkende aspecten
Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen

Voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)


Slide 13 - Diapositive

Vraag
Hoe past de bron hiernaast bij de KA's op de vorige slide? (ook te vinden op blz 199, bovenste twee KA's).
Pas bronanalyse toe en leg uit welke kenmerken van de bron bij de KA's past.

Slide 14 - Diapositive

Revolutie?

Slide 15 - Diapositive

Revolutie

Slide 16 - Carte mentale

Lesdoelen 3 oktober
- Ik kan uitleggen wat een democratische revolutie is en hoe een dergelijke revolutie plaatsvond in Amerika; gevolgd door de Republiek en Frankrijk.
- Ik kan zelfstandig onderzoek uitvoeren naar drie revoluties  en de overeenkomsten en verschillen herkennen en uitleggen.

Komende 25-30 minuten: zelfstandig aan het werk op je laptop. 
Gebruik de slides en paragraaf 8,3


Slide 17 - Diapositive

Amerikaanse revolutie (1775-1783)
Oorzaken: Belastingen zonder vertegenwoordiging, ontevredenheid met Britse heerschappij.

Belangrijkste Gebeurtenissen: Boston Tea Party, Onafhankelijkheidsverklaring, Slag bij Yorktown

Resultaat: Oprichting van de Verenigde Staten, inspiratie voor democratische bewegingen wereldwijd, Grondwet in 1787.

Slide 18 - Diapositive

Franse Revolutie (1789-1799)
Oorzaken: Sociale ongelijkheid, economische crisis, koninklijke uitgaven.

Belangrijkste Gebeurtenissen: Bestorming Bastille, Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger, Terreur onder Robespierre.

Resultaat: Einde van het absolute monarchie, opkomst van Napoleon, verspreiding van democratische principes in Europa.

Slide 19 - Diapositive

Bataafse Revolutie (1795-1801)
Oorzaken: Invloed van de Franse Revolutie, ontevredenheid met stadhouderlijk bewind (elitaire burgers aan de macht in de Republiek, veel armoede onder 'normale burgers' en boeren.
Belangrijkste Gebeurtenissen: Franse bezetting, oprichting van de Bataafse Republiek.
Resultaat: Tijdelijke democratische hervormingen in Nederland, inlijving bij Frankrijk in 1801.

Slide 20 - Diapositive

(gebruik je boek en/of het internet) Leg uit wat de twee belangrijkste overeenkomsten en de twee belangrijkste verschillen zijn tussen de drie revoluties.

Slide 21 - Question ouverte

Welke continuïteit valt er tussen de drie revoluties te herkennen? (Welk verband, als die er is?)

Slide 22 - Question ouverte

''Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij van hun schepper zekere onvervreemdbare rechten hebben gekregen, zoals het recht op leven, vrijheid en het nastreven van geluk. Dat, om deze rechten te garanderen, regeringen onder de mensen worden ingesteld die hun rechtmatige bevoegdheden ontlenen aan de instemming der gerechtigden.''

Slide 23 - Diapositive

Lees de tekst op de vorige dia. Leg uit hoe je invloeden van de Verlichting in deze uitspraak van Thomas Jefferson herkent. Gebruik eventueel je boek.

Slide 24 - Question ouverte

Vervolgvraag bij de quote van Jefferson:
Beargumenteer of je de opvattingen van Locke of van Rousseau beter bij deze quote vindt passen. Zie pagina 203 van je boek.

Slide 25 - Question ouverte

Voltaire
Locke
Montesquieu
''''Op onze lichtgelovigheid berust hun hele wetenschap''
''''Vrijheid is het recht om alles te doen wat de wet toestaat''.
''Alle mensen zijn van nature gelijk en heeft recht op zijn natuurlijke vrijheid.''

Slide 26 - Question de remorquage

Over welke revolutie weet je het minst?
A
Bataafse Revolutie (NL)
B
Franse Revolutie
C
Amerikaanes Revolutie

Slide 27 - Quiz


Slide 28 - Question ouverte

Klik op de afbeeldingen
om ze te vergroten of bekijk
ze op de volgende slide
(let op je antw slaat niet op)

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Bonusvraag.
Imannuel Kant schreef: ''The main point of enlightenment is of man's release from his self-caused immaturity, primarily in matters of religion.''
Beargumenteer dat deze uitspraak bewijst dat Kant zijn denkwijze past bij de Verlichting.

Slide 31 - Question ouverte