Grammatica - zinsdelen + woordsoorten

Havo-flex - les 1
Nederlands
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Havo-flex - les 1
Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Welke vaardigheden vind jij lastig bij Nederlands?
Leesvaardig
Schrijfvaardig
Spelling
Grammatica
Presenteren
Iets anders

Slide 2 - Sondage

Grammatica - zinsdelen
Wat zijn zinsdelen?


Slide 3 - Diapositive

Zinsdelen
Een zin bestaat uit zinsdelen.

Een zinsdeel is één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen:

Jan 
| heeft | vorige week | een film | gekeken.


Slide 4 - Diapositive

Zet de zin in zinsdelen
wisbordje

Jan heeft een boek aan Marie gegeven. 

Slide 5 - Diapositive

Zinsdelen
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • De woorden in een zinsdeel kunnen niet uit elkaar gehaald worden.

Slide 6 - Diapositive

Zinsdelen
  • Alles voor de persoonsvorm is één zinsdeel.
  • Alle werkwoorden zijn aparte zinsdelen.
  • Alles wat je voor de persoonsvorm kan zetten is een zinsdeel.

Slide 7 - Diapositive

Stappenplan zinsdelen
1
Noteer de persoonsvorm
Vraagproef
2
Zoek het onderwerp
Wie/wat + persoonsvorm
3
Zoek het gezegde
ALLE werkwoorden in de zin (ook de pv!)
4
Zoek het lijdend voorwerp
Wat/wie + gezegde + onderwerp
5
Zoek het meewerkend voorwerp
Aan wie + gezegde + ow + lv
6
Zoek de bijwoordelijke bepaling
Alle zinsdelen die nog over zijn. Onthoud de prullenbak en de W+H-vragen

Slide 8 - Diapositive

Zet de zin in zinsdelen
Jan en Piet gaan vandaag fietsen

Slide 9 - Question ouverte

Zet de zin in zinsdelen
Zaterdag gaan Jan en Piet een dagje naar Den Haag.

Slide 10 - Question ouverte

Zet de zin in zinsdelen
Woensdag om kwart over zeven begint de zangles van Lisa.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

Grammatica - woordsoorten
Havo-flex
(donderdag 30 januari 8e lesuur)

Slide 13 - Diapositive

Woordsoorten

Een zin is opgebouwd uit losse woorden. 

Al die woorden horen bij een woordsoort.


Een werkwoord is bijvoorbeeld een woordsoort.


Slide 14 - Diapositive

Benoem de woordsoorten
wisbordje

Jan heeft een boek aan Marie gegeven. 

Slide 15 - Diapositive


Overzicht van de woordsoorten
vragend voornaamwoord (aanw.vnw)  deze, die, dat, dit, zulke, zo'n, dergelijke, zelf, hetzelfde, dezelfde
aanwijzend voornaamwoord (vr.vnw) wie, wat, welke, wat voor
Bijwoord (bw)  kan van alles aangeven: tijd, plaats, zekerheid, ontkenning. Vertelt iets over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Schrijf de 3 lidwoorden op

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf eens twee zelfstandige naamwoorden op.

Slide 19 - Question ouverte

Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over......

A
het onderwerp
B
het lidwoord
C
het zelfstandig naamwoord
D
het meewerkend voorwerp

Slide 20 - Quiz

Welke voorzetsels zijn er allemaal?

Slide 21 - Carte mentale

Wat is een bijwoord? Je mag ook een voorbeeld van een bijwoord geven.

Slide 22 - Question ouverte

Opdracht - 5 zinnen verdelen in zinsdelen

Slide 23 - Diapositive

Exit-vraag les 1
Wat heb je deze les geleerd? Wat neem je 'mee' naar volgende week?

Slide 24 - Diapositive

Havo-flex - les 2
Nederlands

Slide 25 - Diapositive

Herhaling zinsdelen

Slide 26 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met zinsdelen?

Slide 27 - Question ouverte

Welke zinsdelen zijn er?
(benoemen)

Slide 28 - Carte mentale

Nakijken 5 zinnen van de vorige les 

Slide 29 - Diapositive

Zin 1 + 2 - Antwoorden
1.Steeds meer mensen/ hebben/ 'vliegschaamte'. 
2. De Zweden/hebben/ons/de term vliegschaamte/gegeven.

Slide 30 - Diapositive

Zin 3 + 4 + 5 - Antwoorden

3.Daar/zoeken/meer en meer reizigers/nu/alternatieven voor het vliegtuig.

4.Mensen met vliegschaamte/vinden/dat/ze/eigenlijk/niet/zouden moeten vliegen.

5. Reis/jij/vaak/met het vliegtuig/of/neem/je/weleens/de trein?

Slide 31 - Diapositive

Grammatica woordsoorten

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Opdrachten maken
timer
10:00

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive