Bs 4. Gezonde voeding

Bs 4. Gezonde voeding
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bs 4. Gezonde voeding

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
Terugblik Organen voor vertering / HW
Leerdoel
Bs 4. Gezonde voeding
Zelf werken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verteringsorganen

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze delen van het verteringsstelsel komen verteringssappen bij de voedselbrij:
A
mond, slokdarm, maag
B
12-vingerige darm, dunne darm, dikke darm
C
mond, dunne darm, endeldarm
D
mond, maag, 12-vingerige darm, dunne darm

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met indicatoren kun je:
A
voedingsstoffen verteren
B
voedingsstoffen verwijderen
C
voedingsstoffen aantonen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
Terugblik Organen voor vertering / HW
Leerdoel
Bs 4. Gezonde voeding
Zelf werken

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
  • Je kunt benoemen wat gezonde voeding en een gezond gewicht inhoudt.
  • Je kunt oorzaken en gevolgen van een ongezond gewicht noemen .

Slide 7 - Diapositive

vragen wat leerlingen hebben geleerd
samenvatten, de kern geven
vragen of leerlingen een advies over gezonde voeding kunnen geven
Waar denk je aan bij gezonde voeding?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Gezonde voeding

-variatie
- veilig

Schijf van Vijf

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk type voedingstof is belangrijk dat je die vooral aan begin van de dag krijgt?
A
Bouwstoffen
B
Reservestoffen
C
Brandstoffen
D
Beschermende stoffen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schijf van vijf

Iedere dag uit elk vak iets

Hoe groter het vak, hoe meer je er van nodig hebt.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groen
Groente en fruit

Vooral vitaminen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem zoveel mogelijk groenten en fruit (die je weleens eet)

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruin
Brood, graanproducten, aardappelen

Vooral koolhydraten

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Roze
Zuivel, vlees, vis, ei, noten, peulvruchten

Vooral eiwitten

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het roze vak bevat, naast eiwitten, ook veel van een andere voedingsstof. Welke?
A
Vitamines
B
Mineralen
C
Water

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geel
Boter en olie

Vooral vetten 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boter en olie staan in een apart vak, maar in welk ander vak zitten die ook veel?
A
Groenten en fruit
B
Brood, graanproducten, aardappelen
C
Vlees, vis, ei, noten

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Blauw

Dranken

Vooral water

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel glazen drank (liefst water) moet je per dag drinken?
A
3
B
5
C
7
D
9

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schijf van vijf

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie hebben meer energie nodig?
A
Jongens/mannen
B
Meisjes/vrouwen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft meer energie nodig?
A
Ik
B
Mijn ouders

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft meer energie nodig?
A
Een klein persoon
B
Een groot persoon

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft meer energie nodig?
A
Iemand die veel sport
B
Iemand die veel tv kijkt

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kroket bevat 131 kcal.
Hoeveel kJ is dat?
(1 kcal = 4,2 kJ)

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gezond gewicht?
Om te bepalen of je een gezond gewicht hebt kun je de BMI bepalen. 

BMI = gewicht in kg / (lengte in m x lengte in m)

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marieke is een vrouw van 35 jaar die 70 kg weegt en 1,73 m lang is. Wat is haar BMI?

BMI = gewicht in kg / (lengte in m x lengte in m)

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

overgewicht
ondergewicht 
eetstoornis

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eetstoornissen
-Anorexia
-Boulimia
-Eetbuistoornis

Oorzaak is vaak psychisch: 
Negatief zelfbeeld

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
Terugblik Organen voor vertering / HW
Leerdoel
Bs 4. Gezonde voeding
Zelf werken

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf werken / HW
Bs. 4 opdr. 1 t/m 10


Maak je het in je boek? Stuur dan een foto als je het af hebt

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel gehaald?
  • Je kunt benoemen wat gezonde voeding en een gezond gewicht inhoudt.
  • Je kunt oorzaken en gevolgen van een ongezond gewicht noemen .

Slide 41 - Diapositive

vragen wat leerlingen hebben geleerd
samenvatten, de kern geven
vragen of leerlingen een advies over gezonde voeding kunnen geven
Noteer 2 dingen die je geleerd hebt deze les

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions