Lezen & Luisteren 1.2 Doel en hoofdgedachte

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Waarom een tekstdoel en hoofdgedachte herkennen?(1)
1 .Begrijpen van de tekst:
Als je weet wat het doel van de tekst is (bijvoorbeeld informeren, overtuigen, vermaken), kun je beter begrijpen wat de schrijver bedoelt. Dit helpt je om de inhoud goed te begrijpen en voorkomt misverstanden.

Slide 4 - Diapositive

Waarom een tekstdoel en hoofdgedachte herkennen?(2)
2. Belangrijke Informatie:

Het herkennen van de hoofdgedachte helpt je om de belangrijkste boodschap van de tekst te vinden. Zo kun je de belangrijkste informatie of argumenten makkelijk onthouden en doorgeven.

Slide 5 - Diapositive

Waarom een tekstdoel en hoofdgedachte herkennen?(3)
3 Kritisch Denken:

Door na te denken over het doel en de hoofdgedachte, leer je kritische vragen te stellen zoals: "Waarom heeft de schrijver dit geschreven?" en "Hoe ondersteunt dit de hoofdgedachte?". Dit helpt je om dieper na te denken over wat je leest.

Slide 6 - Diapositive

Waarom een tekstdoel en hoofdgedachte herkennen?(4)
4. Gericht Lezen:

Als je weet wat het doel en de hoofdgedachte zijn, kun je gerichter lezen. Je weet waar je op moet letten en kunt je aandacht beter richten op de belangrijkste delen van de tekst. Dit maakt het lezen makkelijker en efficiënter.

Slide 7 - Diapositive

Waarom een tekstdoel en hoofdgedachte herkennen?(5)
5. Beter Onthouden:

Het vinden van de hoofdgedachte helpt je om de kern van de tekst beter te onthouden. Als je begrijpt wat het belangrijkste punt is, kun je deze informatie makkelijker onthouden en later terughalen.

Slide 8 - Diapositive

Waarom een tekstdoel en hoofdgedachte herkennen?(6)
6 Betrouwbaarheid Beoordelen:

Door het doel van een tekst te begrijpen, kun je beter inschatten of de informatie betrouwbaar is of misschien bevooroordeeld. Dit helpt je om feitelijke informatie te onderscheiden van meningen of propaganda.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Even oefenen
Tekstdoel
Tekstsoort
Publiek
Onderwerp/ hoofdgedachte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Wat is het onderwerp?
A
Duurzame fietsen
B
De levensduur van een fietsaccu.
C
Gereviseerde accu's

Slide 16 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte?
A
Duurzame fietsen worden goed gecontroleerd en zijn dus een goede keuze.
B
De levensduur van een fietsaccu is kort. Je moet ze na 5 jaar vervangen.
C
Gereviseerde accu's zijn een duurzaam alternatief voor het plaatsen van nieuwe.
D
Het plaatsen van een gereviseerde accu is een complex proces.

Slide 17 - Quiz

Samengevat:
De hoofdgedachte van de tekst is het belangrijkste wat de schrijver met de tekst wil overbrengen, één zin! Kijk hiervoor in de inleiding.

Het is dus niet de titel, want dan spreek je van het onderwerp.
Een onderwerp is kort en krachtig (één of twee woorden).

Slide 18 - Diapositive

HERHALEN:
  • TEKSTDOEL
  • DOELGROEP (PUBLIEK)

Slide 19 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 20 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Straks krijg je hier twee vragen over.

Slide 21 - Diapositive


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Overhalen

Slide 22 - Quiz

Wat is de doelgroep (publiek)?
A
studenten TCR
B
docenten TCR
C
medewerkers TCR

Slide 23 - Quiz

Samengevat

Slide 24 - Diapositive

HERHALEN: TEKSTSOORT

Slide 25 - Diapositive

Welke tekstsoort?
A
Nieuwsbericht
B
forumdiscussie
C
gebruiksaanwijzing
D
reclame

Slide 26 - Quiz

Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
overtuigende tekst
C
instructieve tekst
D
verhalende tekst

Slide 27 - Quiz

Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
meninggevende tekst
C
instructieve tekst
D
verhalende tekst

Slide 28 - Quiz

HERHALEN:
  • ONDERWERP EN HOOFDGEDACHTE VAN EEN TEKST

Slide 29 - Diapositive

Je krijgt hierna een vraag over het TEKSTDOEL.
timer
0:30

Slide 30 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 31 - Quiz

Je krijgt hierna een vraag over het TEKSTDOEL.
timer
0:30

Slide 32 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 33 - Quiz

Nu zelf aan de slag!

Slide 34 - Diapositive