Lesopdracht leereenheid 1

Lesopdracht 1 S&O
 leereenheid 1
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
S&OMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Lesopdracht 1 S&O
 leereenheid 1

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat versta jij onder een open instuif?

Slide 3 - Question ouverte

Ben jij wel eens bij een open instuif geweest?

Slide 4 - Question ouverte

Voor welke doelgroepen is een open instuif geschikt?

Slide 5 - Question ouverte

Welke activiteiten worden meestal aangeboden tijdens een open instuif?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een open en een gesloten instuif?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Vidéo

Spelenkermis

Slide 9 - Diapositive

Kenmerken van een spelenkermis

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Vidéo

Casus!
De sportdeelname van kinderen in het speciaal onderwijs valt tegen. Jij krijgt de vraag om ter kennismaking met verschillende sporten een instuif te organiseren in de plaatselijke sporthal.

Beantwoord met deze informatie de vragen die nu volgen:

Slide 12 - Diapositive

Welke sportspelen bied je aan?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het belangrijkste doel van de bijeenkomst?

Slide 14 - Question ouverte

Vind je het belangrijk dat iedereen kennismaakt met het complete aanbod? Waarom wel/niet?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe ga je dit organiseren?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Vidéo

Zweeds loopspel en spinnenweb loop

Slide 18 - Diapositive

Wat is een zweeds loopspel?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is een spinnenweb loop?

Slide 20 - Question ouverte

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen deze twee organisatievormen?

Slide 21 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een situatie waarin het Zweeds loopspel een ideale organisatievorm is

Slide 22 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een situatie waarin een spinnenwebloop een ideale organisatievorm is

Slide 23 - Question ouverte

Wedstrijd gerichte vormen

Slide 24 - Diapositive

Het meest bekende systeem is waarschijnlijk het poulesysteem. Geef een aantal voorbeelden van competities of grote toernooien die werken met het poulesysteem in de volgende dia

Slide 25 - Diapositive

Voorbeelden
poulesystemen

Slide 26 - Carte mentale

Wat zijn voor- en nadelen van het werken met een poulesysteem?

Slide 27 - Question ouverte

Er zijn 2 systemen om vrij gemakkelijk een wedstrijdschema voor alle wedstrijden een poule te maken. Welke systemen zijn dat? Geef een omschrijving van beide systemen

Slide 28 - Question ouverte

Beschrijf alle wedstrijden per ronde in een poule van 7. Maar hierbij gebruik van een van de twee systemen

Slide 29 - Question ouverte

Beschrijf alle wedstrijden per ronde in een poule van 6. Maak hierbij gebruik van het andere systeem dan bij de vorige opdracht

Slide 30 - Question ouverte

Er zijn verschillende wedstrijd gerichte vormen, zoals
  1. Uitdaagsystemen
  2. Afvalsystemen
  3. Roulatiesystemen

Slide 31 - Diapositive

Noem voorbeelden van uitdaagsystemen

Slide 32 - Question ouverte

Noem voorbeelden van afvalsystemen

Slide 33 - Question ouverte

Noem voorbeelden van roulatiesystemen

Slide 34 - Question ouverte

Casus:
De basisschool waar jij stage loopt, heeft de beschikking over drie tafeltennistafels. De school vind het belangrijk dat kinderen regelmatig bewegen en stellen jouw de vraag om de tafeltennistafels optimaal te benutten. 

Je besluit een tafeltennistoernooi te organiseren. Je benut hiervoor de tijd in de pauze en na schooltijd. Het toernooi loopt over een aantal weken. Je kiest voor een uitdaagsysteem.

Slide 35 - Diapositive

Welk uitdaagsysteem lijkt jouw in dit geval het meest geschikt?

Slide 36 - Question ouverte

Geef een uitgebreide toelichting op je zojuist gegeven antwoord

Slide 37 - Question ouverte

Laddercompetitie

Slide 38 - Diapositive

Wat is een laddercompetitie?

Slide 39 - Question ouverte

Geef een aantal situaties waarin een laddercompetitie goed te gebruiken is

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Vidéo

Wat zijn de voordelen van het gebruik van een laddercompetitie bij judo?

Slide 42 - Question ouverte

Waarom krijgt de eerste jongen in de film een prijs? Wat is daar het voordeel van?

Slide 43 - Question ouverte

Afvalsysteem

Slide 44 - Diapositive

Casus:
Je krijgt de opdracht om een darttoernooi te organiseren volgens het afvalsysteem. Er melden zich 43 spelers aan. De 8 beste spelers worden geplaatst.

Slide 45 - Diapositive

Teken hoe het speelschema eruit ziet

Slide 46 - Question ouverte

Vakopschuif systeem
Je krijgt de opdracht om een toernooi te organiseren volgens het vakopschuifsysteem. Er hebben zich 11 teams aangemeld en er zijn 6 verschillende spel onderdelen.

Slide 47 - Diapositive

Laat zien hoe het complete spelschema eruit ziet volgens het vakopschuifsysteem

Slide 48 - Question ouverte

(Hele) competitie

Slide 49 - Diapositive

Sporten met
een hele competitie

Slide 50 - Carte mentale

Casus
Je wordt gevraagd een wedstrijd schema te maken voor een hele competitie met 8 teams. Bovendien moet je een overzicht maken waarin de stand overzichtelijk bijgehouden kan worden. De deelnemende teams zijn:
1. Bal op 't dak
2. Het Hoekje
3. FC Doet niks
4. Foetval
5. Geel Zwart
6. Bastenkeet
7. Kloeders
8. Vestegangers

Slide 51 - Diapositive

Ontwikkel het wedstrijdschema voor deze competitie

Slide 52 - Question ouverte

Vul in je eigen gemaakte schema fictief de uitslagen in van de eerste 3 speelrondes. Wat is de tussenstand op basis van deze uitslagen?

Slide 53 - Question ouverte