3.1 Het nationaalsocialisme

H3 De Tweede Wereldoorlog 
?

3.1 Het nationaalsocialisme
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3 De Tweede Wereldoorlog 
?

3.1 Het nationaalsocialisme

Slide 1 - Diapositive

Wie zou het meest geschikt zijn voor macht?
  • Persoon 1: Drinkt veel, rookt veel sigaren, gebruikte opium (drugs) tijdens zijn studie
  • Persoon 2: Gebruikt astrologen voor advies, wordt in verband gebracht met corrupte politici, hij ging vreemd, hij rookt en drinkt veel
  • Persoon 3: Vegetariër, drinkt geen alcohol, rookt niet, een oorlogsheld, dierenliefhebber

Slide 2 - Diapositive

Wie zou het meest geschikt zijn voor macht?
  • Persoon 1: Drinkt veel, rookt veel sigaren, gebruikte opium (drugs) tijdens zijn studie
  • Persoon 2: Gebruikt astrologen voor advies, wordt in verband gebracht met corrupte politici, hij ging vreemd, hij rookt en drinkt veel
  • Persoon 3: Vegetariër, drinkt geen alcohol, rookt niet, een oorlogsheld, dierenliefhebber

Slide 3 - Diapositive

Intro
Als het over de Tweede Wereldoorlog gaat, hebben we het al snel over Adolf Hitler.  Als leider van Duitsland viel hij zonder goede reden andere landen aan. Bovendien probeerde hij tijdens de oorlog het Joodse volk uit te moorden. Dat zijn verschrikkelijke misdaden. Maar Hitler pleegde ze niet in zijn eentje. Hij kreeg veel steun, in Duitsland en daarbuiten. Velen waren enthousiast over zijn politieke leer: het nationaalsocialisme. Voor ‘Germaanse’ Europeanen (die werden voorgesteld als witte mensen met blond haar en blauwe ogen) beloofde deze ideologie een betere wereld.


Slide 4 - Diapositive

Wat hield het nationaalsocialisme in?

 

 Hoe slaagde Hitler erin om van Duitsland een nationaalsocialistische staat te maken?

Slide 5 - Diapositive

Wie was Hitler? 
Hoe kon hij uitgroeien tot misschien wel de meeste beruchte dictator ooit?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Adolf Hitler
  • 20 april - Braunau  Am Inn 1898 - Oostenrijk. 
  • Geen makkelijke jeugd; School, Arm, vader stierf toen Hitler 14 was en moeder stierf toen Hitler 18 was.
  • Wenen - Schilder - 2 keer afgewezen
  • 1 jaar op straat geleefd - rijke (joden) mensen

Slide 8 - Diapositive

Hij identificeerde zich als Duitser en wilde bij Duitsland horen. Hij geloofde in het idee van een verenigd Duitsland waar alleen etnische Duitsers zouden wonen.


Voor München - WO I - 2 keer gewond

Hitler vond het soldatenleven geweldig.

Adolf Hitler

Slide 9 - Diapositive

Feitjes over Adolf Hitler
  • Afkomst van Hitler is niet helemaal zeker -> Vader - Alois Schicklgruber
  • WO I -> Snor scheren zodat het goed past in een gasmasker 
  • ‘De nobele jood’.
  • Hitler was fan van Disney -> vooral Sneeuwwitje en de zeven dwergen.
  • In 1938 riep Time Magazine Hitler uit tot man van het jaar. Genomineerd voor de Nobelprijs voor de vrede
  • Twee keer per dag diende Hitler zichzelf cocaïne toe via een inhalator.
  • 42 pogingen om Hitler te vermoorden.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

De nazi-ideologie
Na WO I -> Onvrede over het verdrag van Versailles:
  • Grote stukken land/koloniën kwijt
  • Herstelbetalingen 

Hierdoor:
  • Hoge werkeloosheid
  • Langzame herstel economie 

Slide 12 - Diapositive

Democratische regeringen konden problemen niet oplossen (Weimar Republiek) 

Dolkstootlegende 

Bang voor het Communisme

Slide 13 - Diapositive

Oprichting NSDAP
  • = Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij

  • Opgericht in 1920 -> DAP
  • Leider: Hitler (1932)
  • Aanhangers: nationaalsocialisten / Nazi's 

  •  nationaalsocialisme


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Nationaalsocialisme
Politieke leer waarin fascistische ideeën zijn gecombineerd met racisme en antisemitisme.
Jodenhaat
Anti- democratisch (sterke leider) Nationalistisch/ Militaristisch

Slide 16 - Diapositive

Kenmerken nationaalsocialisme (5) 

Slide 17 - Diapositive

1. één partij en één leider
  • Eén sterke leider (Führer) die alle besluiten neemt en die problemen op kan lossen
  • Democratie is compromissen sluiten

Slide 18 - Diapositive

Duitsers zijn verspreid over verschillende landen.

Alle Duitsers moesten samen één grote, sterke en welvarende staat vormen.

  • Andere volken waren minder belangrijk en moesten plaatsmaken. 
2 Nationalisme

Slide 19 - Diapositive

3. Militairisme
Geweld is normaal 
Verheerlijken soldatenleven
Door oorlog: jezelf bewijzen en leiderschap tonen

Slide 20 - Diapositive

4. Anticommunisme
Duitse volk moet eenheid hebben, geen klassenstrijd -> Ondernemers/arbeiders eensgezind 

Slide 21 - Diapositive

5 Racisme en Antisemitisme
Oost-Europese volken die van oudsher een reizend bestaan hadden; vroeger vaak aangeduid met het scheldwoord ‘zigeuners’.
  • Joden schuldig aan verlies WO1 en slechte economie

  • Rassenleer -> Ubermensen (superieur) en untermenschen (lager)
  • Ras mag niet vermengd worden
  • Roma en Sini

Bestaat er een ander mensenras?

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag

  • §3.1 Het nationaalsocialisme 
  • Opdracht 1 t/m 6
timer
10:00

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive