Recap chapter 2


Welcome
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


Welcome

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Quiz met onderdelen uit hoofdstuk 2. 

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn rangtelwoorden ook al weer?

Slide 3 - Question ouverte

Rangtelwoorden zijn getallen die een volgorde aangeven: 
  • eerste, 
  • tweede, 
  • tiende, 
  • eenentwintigste. 

Slide 4 - Diapositive

Wat was de regel om een rangtelwoord te maken?
A
Zet ht achter het getal
B
Zet th achter het getal
C
Zet tht achter het getal
D
Zet hth achter het getal

Slide 5 - Quiz

Wat is het juiste rangtelwoord voor zevende?
A
Sevenht
B
Seventy
C
Seventh
D
Seventht

Slide 6 - Quiz

Wat is het juiste rangtelwoord voor tweede?
A
Twooth
B
Second
C
Secondth
D
Tweeth

Slide 7 - Quiz

Wat is het juiste rangtelwoord voor eenentwintigste?
A
Twentyfirst
B
Twentyfirsth
C
Twentiefirst
D
Twenty-first

Slide 8 - Quiz

Telling time

Slide 9 - Diapositive

Hoe laat is het?
A
It's half twelve.
B
It's half past eleven.
C
It's half past twelve.
D
It's half eleven

Slide 10 - Quiz

Hoe laat is het?
A
It's a quarter past eight.
B
It's a quarter to eight

Slide 11 - Quiz

Hoe laat is het?
14:00 uur.
A
Two o'clock
B
Two hour
C
A two o'clock
D
Two'oclock

Slide 12 - Quiz

What do most people do at this time: 07.00 o'clock
A
Have lunch
B
Get out of bed
C
Go to bed
D
Eat dinner.

Slide 13 - Quiz

Making questions?

Slide 14 - Diapositive

Wat zet je vaak voor aan de zin om een vraagzin te maken?
A
Be
B
Bo
C
Do
D
Go

Slide 15 - Quiz

Om een vraagzin te maken zet je vaak Do voor aan de zin: 

  • Do you go to school in the morning?
  • Do you like eating ice cream?

Slide 16 - Diapositive

Wat zet je bij He, She en It voor aan de zin om een vraagzin te maken?
A
Do
B
Doos
C
Does
D
Dos

Slide 17 - Quiz

Welke vraagzin kun je maken bij dit plaatje?

Slide 18 - Question ouverte

Woordvolgorde. 

Slide 19 - Diapositive

Wat is de juiste woordvolgorde in een Engelse zin?
A
Wie, wanneer, doet, waar, wat.
B
Wie, doet, wanneer, wat waar.
C
Wie, doet, wat, wanneer, waar.
D
Wie, doet, wat, waar wanneer.

Slide 20 - Quiz

Hoe vonden jullie het om zo de stof te herhalen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Huiswerk voor maandag
  • Lees het gedicht I tried to do my homework op blz. 128 van je werkboek. 
  • Maak oefening 64 op blz. 129. 
  • De woorden die je niet kent kun je opzoeken op blz. 216 van je werkboek. 

Slide 22 - Diapositive