Recap chapter 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welcome

Wat gaan we vandaag doen?

• Een LessonUp over wat we allemaal in hoofdstuk 2 gedaan hebben. 

Wat zijn rangtelwoorden ook al weer?

Rangtelwoorden zijn getallen die een volgorde aangeven: 

• eerste, 
• tweede, 
• tiende, 
• eenentwintigste. 

Wat was de regel om een rangtelwoord te maken?

1. Zet ht achter het getal
2. Zet th achter het getal
3. Zet tht achter het getal
4. Zet hth achter het getal

Wat is het juiste rangtelwoord voor zevende?

1. Sevenht
2. Seventy
3. Seventh
4. Seventht

Er zijn een paar uitzonderingen op de regel. 

Dat waren de getallen 1, 2 en 3. 

Wat is het juiste rangtelwoord voor eerste?

Wat is het juiste rangtelwoord voor tweede?

1. Twooth
2. Second
3. Secondth
4. Tweeth

Wat is het juiste rangtelwoord voor eenentwintigste?

1. Twentyfirst
2. Twentyfirsth
3. Twentiefirst
4. Twenty-first

Telling time

Hoe laat is het?

1. It's half twelve.
2. It's half past eleven.
3. It's half past twelve.
4. It's half eleven

Hoe laat is het?

1. It's a quarter past eight.
2. It's a quarter to eight

Hoe laat is het?
14:00 uur.

1. Two o'clock
2. Two hour
3. A two o'clock
4. Two'oclock

What do most people do at this time: 07.00 o'clock

1. Have lunch
2. Get out of bed
3. Go to bed
4. Eat dinner.

Making questions?

Wat zet je vaak voor aan de zin om een vraagzin te maken?

1. Be
2. Bo
3. Do
4. Go

Om een vraagzin te maken zet je vaak Do voor aan de zin: 

• Do you go to school in the morning?
• Do you like eating ice cream?

Wat zet je bij He, She en It voor aan de zin om een vraagzin te maken?

1. Do
2. Doos
3. Does
4. Dos

Welke vraagzin kun je maken bij dit plaatje?

Woordvolgorde. 

wie

doet

wat/wie

waar

wanneer

The parents

bring

to football training

every Sunday

their son

Sleepvraag

Een zin kan uit 5 onderdelen bestaan. Zet deze in de juiste volgorde

Wie

Doet

Wat

Waar 

Wanneer

Wat is de juiste woordvolgorde in een Engelse zin?

1. Wie, wanneer, doet, waar, wat.
2. Wie, doet, wanneer, wat waar.
3. Wie, doet, wat, wanneer, waar.
4. Wie, doet, wat, waar wanneer.

Hoe vonden jullie het om zo de stof te herhalen?

😒🙁😐🙂😃