G1 - Cours 10 - Français en salle de classe + faire des phrases

Bienvenue au cours de français!

Madame Geluk (Bonheur)
Aan het einde van deze les ....
  • ... kan ik de klassentaal zinnen gebruiken, goed uitspreken én verstaan.
  • ... kan ik zinnen maken met het werkwoord 'avoir'
  • .... weet ik waar ik op moet letten voor de Oefen SO van donderdag.

La salle de classe
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue au cours de français!

Madame Geluk (Bonheur)
Aan het einde van deze les ....
  • ... kan ik de klassentaal zinnen gebruiken, goed uitspreken én verstaan.
  • ... kan ik zinnen maken met het werkwoord 'avoir'
  • .... weet ik waar ik op moet letten voor de Oefen SO van donderdag.

La salle de classe

Slide 1 - Diapositive

Le programme
  • Les devoirs: 'language en salle de classe [ 15min]
  • Faire: phrases avec 'avoir' , apprendre 1+2+5  [15 min]
  • Explication: Oefen SO [5min]
Les devoirs - het huiswerk
  • Étudier (leren): Oefen SO (apprendre 1 t/m 6) + verbe 'avoir' (p.100)

Slide 2 - Diapositive

un livre
un prof
un stylo
un sac
Une porte
Les cahiers

Slide 3 - Question de remorquage

Traduis et prononcez
Schrijf in je schrift (NL+FR):
  • Ik heb een vraag 
  • Ik heb het antwoord
  • Ik snap het 
  • Ik snap het niet
  • Kunt u het herhalen alstublieft?
  • Kun je het raam opendoen?
  • Open je boeken
  • We gaan beginnen
  • Goed werk! / Goed gedaan!
  • Tot morgen!

Slide 4 - Diapositive

Traduis et prononcez: réponses
Schrijf in je schrift (NL+FR):
  • Ik heb een vraag  - J'ai une question
  • Ik heb het antwoord - J'ai la réponse
  • Ik snap het  - Je comprends
  • Ik snap het niet - Je ne comprends pas
  • Kunt u het herhalen alstublieft? - Vous pouvez répéter, s'il vous plaît ?
  • Kun je het raam opendoen? - Tu peux ouvrir la fenêtre ?
  • Open je boeken - Ouvre tes livres (ouvrez vos livres = open jullie boeken)
  • We gaan beginnen - On va commencer
  • Goed werk! / Goed gedaan! - Bon travail!
  • Tot morgen! - À demain!

Slide 5 - Diapositive

Au travail: Flashcards
  • Groupes de 3 à 4 personnes
  • Faites des flashcards avec 'avoir' (p.100)  , apprendre 1,2 & 5

Verdeel wie wat opschrijft:
  • 1.  Schrijf op 1 kant het Frans, andere kant het Nederlands (4 min)
  • 2. Leg alle kaartjes op tafel, met het Nederlands boven op.
  • 3. Groepslid pakt 2 kaartjes die bij elkaar kunnen (vb: "Zij is - op de middelbare school) en geeft dit aan een groepsgenoot. Die moet beide kaartjes vertalen (en kunnen spellen. Let ook op le/la/un/une).  Als goed, mag groepsgenoot de kaartjes houden. Zo niet, terug op de stapel en is volgende aan de beurt. (10 min)
  • 4. Groepslid met meeste kaartjes heeft gewonnen.

timer
4:00

Slide 6 - Diapositive

Schrijf 1 zin op die je hebt gemaakt met de Flashcards

Slide 7 - Question ouverte

Les devoirs
Étudier: apprendre 1 t/m 6
 + werkwoord 'avoir'
 - NL>FR & FR>NL
- Let op accenten (é,è,à)
- Let op mnl / vrl (le/la/l'/un/une)

Jeudi (donderdag) Oefen SO!
timer
7:00

Slide 8 - Diapositive

Quizlet 


timer
8:00
Geen internet/telefoon?
> Doe actief mee met buurman/buurvrouw

Slide 9 - Diapositive

Les objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les ....

... kan ik de klassentaal zinnen gebruiken, goed uitspreken én verstaan.
... kan ik zinnen maken met het werkwoord 'avoir'
.... weet ik waar ik op moet letten voor de Oefen SO van donderdag.

Slide 10 - Diapositive