Bruto en Netto productie

Voorkennis checken
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Voorkennis checken

Slide 1 - Diapositive

Wat is assimileren?
A
Het bouwen van grote moleculen uit kleine moleculen
B
Het afbreken van grote moleculen tot kleine moleculen

Slide 2 - Quiz

Welke bouwstenen heb je nodig om welke brandstof te assimileren?
Vet
Koolhydraat
Eiwit
Glycerol
Aminozuur
Vetzuren
Suikers

Slide 3 - Question de remorquage

Welke stof mist bij anaerobe dissimilatie die je bij aerobe dissimilatie wel hebt?

Slide 4 - Question ouverte

Hoeveel ATP levert de aerobe dissimilatie op?
A
1
B
2
C
38
D
40

Slide 5 - Quiz

In welk organel vind dissimilatie plaats?

Slide 6 - Question ouverte

Hoeveel ATP levert de anaerobe dissimilatie op?
A
1
B
2
C
38
D
40

Slide 7 - Quiz

Wat is voortgezette assimilatie?

Slide 8 - Question ouverte

Welke stof zit in chloroplasten, die het zonlicht vangt en de energie helpt vastleggen in glucose?
A
Chlorofyl
B
Glycogeen
C
Cuticula
D
Cellulose

Slide 9 - Quiz

Fotosynthese
Kunstwerk van
Michael Burton
& Michiko Nitta

Slide 10 - Diapositive

Fotosynthese
  • Mensen kunnen geen fotosynthese doen
  • Planten (zoals algen) wel
  • Symbiotische relatie

Slide 11 - Diapositive

Fotosynthese
  • Slak eet alg
  • Slak verteert chloroplasten niet
  • Slak kan fotosynthese doen

Slide 12 - Diapositive

Fotosynthese
Als wij zelf fotosynthese kunnen doen, zal het geen voortgezette assimilatie meer zijn, maar gewoon assimilatie.

Slide 13 - Diapositive

Bruto vs Netto
Welke voorbeelden hebben jullie?

Slide 14 - Diapositive

'Bruto' voor planten
  • Planten leggen zonne-energie vast in glucose tijdens de fotosynthese
  • De totale hoeveelheid glucose die een plant assimileert = brutoproductie
  • Bruto betekend dat er nog wat mee gaat gebeuren

Slide 15 - Diapositive

'Netto' voor planten
  • Planten gebruiken een deel van de brutoproductie om ATP te maken
  • Wat er overblijft is de nettoproductie
  • Deze overgebleven glucose kan worden gebruikt in voortgezette assimilatie

Slide 16 - Diapositive

blz. 158 bron 12

Slide 17 - Diapositive

Hoe meet je de hoeveelheid glucose in een plant?

Slide 18 - Diapositive

Meten glucoseproductie
  • Meet hoeveel zuurstof de plant afgeeft! glucose kan je niet meten
  • Tijdens fotosynthese geeft een plant meer zuurstof af dan die verbruikt bij dissimilatie

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Wat is de brutoproductie van een plant?
A
De hoeveelheid glucose die deze doorgeeft aan de consument
B
De hoeveelheid glucose die de plant gebruikt voor de eigen verbranding
C
De totale hoeveelheid glucose geassimileerd tijdens fotosynthese
D
De hoeveelheid glucose die wordt opgeslagen als koolhydraat

Slide 21 - Quiz

Wat is de nettoproductie van een plant?
A
Totale glucose productie - zelf verbruikte glucose bij verbranding
B
Totale glucose productie
C
Zelf verbruikte glucose - totale glucose productie
D
Hoeveelheid glucose verbruikt bij de verbranding

Slide 22 - Quiz

Hoe bepaal je hoeveel glucose een plant assimileert tijdens de fotosynthese a.d.h.v. de zuurstof?
A
Zuurstofafgifte = productie glucose
B
Zuurstofafgifte x 6 = productie glucose
C
Zuurstofafgifte - 6 = productie zuurstof
D
Zuurstofafgifte : 6 = productie glucose

Slide 23 - Quiz

Maak opdracht 11 uit 5.4 (en 12 als de tijd nog niet voorbij is)

-->5 min.

Slide 24 - Diapositive

Lees 'Droge stof' op blz. 159
  • Wat is droge stof?
  • Wat is het drooggewicht?
--> Schrijf de antwoorden op!

Slide 25 - Diapositive

Wat je nu echt zou moeten weten
  • 3 brandstoffen: vetten, koolhydraten, eiwitten
  • (voortgezette) Assimilatie + voorbeelden
  • (aerobe en anaerobe) Dissimilatie + voorbeelden
  • ATP
  • Bruto- en nettoproductie

Slide 26 - Diapositive

Biotechnologie
  • Klassieke biotechnologie: gebruik maken van bacteriën en schimmels om je eten te maken. (H7, H5)
  • Moderne biotechnologie: micro-organismen aanpassen zodat ze specifieke stofjes gaan maken (bijv. insuline of antibiotica) (H3)
  • Recombinant-DNA techniek maakt deze laatste mogelijk

Slide 27 - Diapositive

5.5: klassieke biotechnologie
  • Bacteriën en schimmels worden gebruikt om ons eten te maken
  • Hierbij doen ze aan anaerobe dissimilatie
  • 2 vormen: melkzuurgisting en alcoholgisting

Slide 28 - Diapositive

Klassieke biotechnologie
  • Kijk minimaal 3 filmpjes van de 5 op teams
  1. Schrijf bij ieder filmpje dat je kijkt op of er melkzuurgisting of alcoholgisting plaatsvind
  2. Schrijf bij ieder filmpje op welke reactievergelijking daarbij hoort 
  3. Helemaal klaar? Laat mij checken!
  4. Kijk op het whiteboard wat je daarna kan gaan doen

Slide 29 - Diapositive