2021 4V week 10 - les 8 4.4 molariteit van mengsels

4V Planning di 9 maart
  1. Bespreken HW (38 t/m 40)
  2. Meerkeuzevragen in lessonup over het begrip molariteit
  3. Voorbereiding op vraag 43 (thuis afmaken, do bespreken)
  4. HW voor do: 43, 45, 46,
    LET OP: formatieve toets hfst. 4: 17 maart!


1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

4V Planning di 9 maart
  1. Bespreken HW (38 t/m 40)
  2. Meerkeuzevragen in lessonup over het begrip molariteit
  3. Voorbereiding op vraag 43 (thuis afmaken, do bespreken)
  4. HW voor do: 43, 45, 46,
    LET OP: formatieve toets hfst. 4: 17 maart!


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive


Ik heb een oplossing van een kleurstof in water met een bepaalde molariteit. 
Proef I: Ik voeg 100 mL water toe. Wat gebeurt er met de molariteit?
A
De molariteit blijft gelijk
B
De molariteit wordt groter
C
De molariteit wordt kleiner
D
Dat kun je niet weten

Slide 6 - Quiz


Ik heb een oplossing van een kleurstof in water met een bepaalde molariteit. 
Proef I: Ik voeg 100 mL water toe. Wat gebeurt er met de hoeveelheid opgeloste glucose?
A
De hoeveelheid opgeloste glucose blijft gelijk
B
De hoeveelheid opgeloste glucose wordt groter
C
De hoeveelheid opgeloste glucose wordt kleiner
D
Dat kun je niet weten

Slide 7 - Quiz


Ik heb een oplossing van een kleurstof in water met een bepaalde molariteit. 
Proef II: Ik schenk  50 mL van de oplossing weg. Wat gebeurt er met de molariteit?
A
De molariteit blijft gelijk
B
De molariteit wordt groter
C
De molariteit wordt kleiner
D
Dat kun je niet weten

Slide 8 - Quiz


Ik heb een oplossing van een kleurstof in water met een bepaalde molariteit. 
Proef III: Ik damp  50 mL van de beginoplossing in totdat er nog maar 25 mL over is. Wat gebeurt er met de molariteit?
A
De molariteit blijft gelijk
B
De molariteit wordt groter
C
De molariteit wordt kleiner
D
Dat kun je niet weten

Slide 9 - Quiz


Ik heb een oplossing van een kleurstof in water met een bepaalde molariteit. 
Proef III: Ik damp  50 mL van de beginoplossing in totdat er nog maar 25 mL over is. Wat gebeurt er met de hoeveelheid opgeloste glucose?
A
De hoeveelheid opgeloste glucose blijft gelijk
B
De hoeveelheid opgeloste glucose wordt groter
C
De hoeveelheid opgeloste glucose wordt kleiner
D
Dat kun je niet weten

Slide 10 - Quiz

Voorbereiding op vraag 43

Slide 11 - Diapositive

4V Planning di 9 maart
  1. Bespreken HW (38 t/m 40)
  2. Meerkeuzevragen in lessonup over het begrip molariteit
  3. Voorbereiding op vraag 43 (thuis afmaken, do bespreken)
  4. HW voor do: 43, 45, 46,
    LET OP: formatieve toets hfst. 4: 17 maart!


Slide 12 - Diapositive