Evolutie en verwantschap

Evolutie en verwantschap
Lesdoel:
Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt
Je kunt beschrijven wat fossielen zijn
Je kunt toelichten hoe overeenkomst in bouw duiden op verwantschap
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Evolutie en verwantschap
Lesdoel:
Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt
Je kunt beschrijven wat fossielen zijn
Je kunt toelichten hoe overeenkomst in bouw duiden op verwantschap

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  1. Herhaling soorten en rassen
  2. Evolutie
  3.  Verwantschap
  4. Maken: par. 3.7

Slide 2 - Diapositive

De labradoodle is een kruising van een poedel en een labrador. Er wordt veel met de honden gefokt.

Behoren de poedel en labrador tot dezelfde soort?
A
Ja, want het zijn honden
B
Ja, want ze krijgen samen vruchtbare jongen
C
Nee, want ze zijn van verschillende rassen
D
Nee, want de nakomelingen zijn niet vruchtbaar.

Slide 3 - Quiz

De vogels uit de afbeelding horen bij dezelfde soort
A
Ja, want het zijn allemaal vogels
B
Ja, want ze kunnen onderling voortplanten.
C
Nee, want ze lijken niet op elkaar
D
Nee, want ze kunnen onderling niet voortplanten.

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Hoe zou je evolutie kunnen beschrijven na het zien van het filmpje?

Slide 6 - Question ouverte

Evolutie
De theorie die gaat over het ontstaan, verdwijnen en veranderen van soorten


Grondlegger: Charles Darwin

Evolutie gaat altijd over lange tijd


Slide 7 - Diapositive

Evolutie: 3 punten
1. Verandering in genotype
Door geslachtelijke voortplanting ontstaan nieuwe genotypen
2. Natuurlijke selectie
Het best aangepaste individu heeft de grootste overlevingskans
3. Ontstaan van nieuwe soorten
Door verandering kan een nieuwe soort ontstaan

Slide 8 - Diapositive

WELKE VERSCHILLENDE GENOTYPEN ZIE JE?

Slide 9 - Question ouverte

Slakken worden gegeten door vogels en egels. Als slakken op de modder leven, wat zal dan na een tijdje het gevolg zijn?

Slide 10 - Question ouverte

Welke slakken hebben de meeste overlevingskans op een ondergrond van groene bladeren?

Slide 11 - Question ouverte

Natuurlijke selectie
Het individu met het best aangepaste genotype heeft de grootste overlevingskans omdat deze:
  • minder opvalt
  • daardoor meer nakomelingen krijgen

Slide 12 - Diapositive

Leg het begrip natuurlijke selectie uit aan de hand van dit plaatje.

Slide 13 - Question ouverte

Ontstaan van nieuwe soorten
Als de verschillende vormen van een soort niet meer kunnen voorplanten is een nieuwe soort ontstaan.

Dit duurt vele duizenden jaren

Slide 14 - Diapositive

Welke vis is het beste aangepast?
A
Vin
B
Stippel
C
Spits
D
Bubbel

Slide 15 - Quiz

Hoe weten we of de evolutietheorie klopt?

Slide 16 - Diapositive

Fossielen
Versteende resten of afdrukken 

Laten zien dat er andere soorten bestonden, of dat soorten veranderd zijn

Slide 17 - Diapositive

Verwantschap
Bouw van organen

Processen in  cellen

Samenstelling van stoffen in cellen

Slide 18 - Diapositive

Wat is de overeenkomst in deze voorpoten?

Slide 19 - Question ouverte

Overeenkomst in bouw
Verschillende functie

Vergelijkbare bouw

Slide 20 - Diapositive

Welk orgaan hebben wij wat geen functie heeft?

Slide 21 - Carte mentale

Rudimentaire organen
Orgaan wat geen functie meer heet.

Wijst op: gemeenschappelijke voorouder.

Voorbeeld:
Staartbeen, blinde darm
Heupbeen bij walvis, poten bij python

Slide 22 - Diapositive

Stukje oermens?
Spier was nodig voor lopen op 4 poten

Bewijs voor gemeenschappelijke voorouder

Slide 23 - Diapositive

Evolutionaire stamboom
Geeft aan of soorten meer of minder verwant zijn

Hoe lager in de stamboom hoe langer geleden

Slide 24 - Diapositive

De mens en de eend zijn meer aan elkaar verwant dan de mens en de kikker.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Apen, tijgers en leeuwen hebben een gemeenschappelijke voorouder
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Opdrachten
Maak:
Par. 3.6 opdr. 1, 2, 4 t/m 7

Par. 3.7 opdr. 1 t/m 3, 5, 6, 8

Slide 27 - Diapositive