Les 4 Veranderen van fase - HAVO2

Vorige week...
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Vorige week...

Slide 1 - Diapositive

Vloeistofthermometer

Slide 2 - Diapositive

De vloeistof in een vloeistofthermometer zet uit als de temperatuur:
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 3 - Quiz

Het reservoir van een vloeistofthermometer is gevuld met:
A
Water
B
Alcohol
C
Kwik

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?
A
de meetwaardes
B
de temperatuur in graden Celsius
C
ijkwaarden
D
schaalverdeling

Slide 5 - Quiz

In het dagelijks leven wordt de temperatuurschaal gebruikt van:

Slide 6 - Question ouverte

Deze schaal gaat uit van twee vaste punten:
100 °C de temperatuur van:

Slide 7 - Question ouverte

Deze schaal gaat uit van twee vaste punten:
0 °C de temperatuur van:

Slide 8 - Question ouverte

Aantekening: Kelvinschaal

Slide 9 - Diapositive

Kelvin en oC
Omrekenen

- Graden Celsius 
- Kelvin
- Graden Fahrenheit

Slide 10 - Diapositive

Oefenen
  1.      272 K = ..... °C
  2.      150 K = ..... °C
  3.       32 °C = ..... K
  4.       -15 °C = .....K
 T (in Celcius) + 273 = T (in Kelvin) =
 T (in Kelvin) - 273 = T (in Celcius)

Slide 11 - Diapositive

Veranderen van fase
Paragraaf 3.3

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk behandelen
vraag 1 t/m 11 van paragraaf 3.2 in je huiswerkschrift

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Afkortingen fases
Gas fase --> g
vloeibare fase --> l
vaste fase --> s

komt uit het Engels: gas, liquid, solid

Slide 15 - Diapositive

Fase-overgangen

Slide 16 - Diapositive

Bevriezen of stollen
vloeistof (l) --> vast (s)
Niet bij iedere stof wordt bevriezen gebruikt. 
Als een vloeistof vast wordt bij een temperatuur van  0 °C of lager dan noemen we het bevriezen
Is de temperatuur hoger? dan noemen we het stollen.

Slide 17 - Diapositive

Smelten
 vast (s) --> vloeistof (l).


Chocola smelten!

Slide 18 - Diapositive

Vervluchtigen of Sublimeren
  • Vast (s) --> gas (g)
  • Afstand en beweging van deeltjes neemt snel toe
  • Geen tussenfase
  • Bv: Droog ijs

Slide 19 - Diapositive

Rijpen of Desublimeren
  • Gasvormig (g) --> vast (s)
  • Afstand en beweging van deeltjes neemt snel af
  • Geen tussenfase
  • Bv: Rijp

Slide 20 - Diapositive

Condenseren
gas (g) --> vloeistof (l)

Spiegel badkamer na het douchen


Slide 21 - Diapositive

Verdampen
vloeistof (l)--> gas (g)

Parfum is ook een mooi voorbeeld.

Slide 22 - Diapositive

Fase overgangen en het weer
Smelten
Smelten
Verdampen
Condenseren
Bevriezen
Vervluchtigen
Rijpen

Slide 23 - Diapositive

Fase-overgangen

Slide 24 - Diapositive

Verdampen

Slide 25 - Diapositive


A
Stollen
B
Condenseren
C
Smelten
D
Verdampen

Slide 26 - Quiz


A
Smelten
B
Stollen
C
Verdampen
D
Condenseren

Slide 27 - Quiz


A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen

Slide 28 - Quiz


A
Condenseren
B
Smelten
C
Stollen
D
Verdampen

Slide 29 - Quiz

Vast
Vloeibaar
Stollen
Smelten
Sublimeren
Desublimeren
Verdampen
Condenseren

Slide 30 - Question de remorquage

Afsluiting
  • vervluchtigen
  • rijpen
  • verdampen
  • condenseren
  • bevriezen
  • smelten 

Slide 31 - Diapositive

Opdracht
Maak opdrachten bij paragraaf 3.3 (vraag 1 t/m 11) 

Huiswerk
Maak de opdrachten af
Maak een samenvatting in je schrift van paragraaf 3.3
Gebruik steekwoorden

Slide 32 - Diapositive