Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Tijd van monniken en ridders
Slide 1 - Diapositive
Succescriteria
Je kunt uitleggen:
Waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren
Hoe de landbouw was georganiseerd
Welke sociale verhoudingen er waren
Welke handel er was
Slide 2 - Diapositive
Het domein:
Een domein: dorp met landbouwgrond dat bewerkt wordt volgens het hofstelsel.
Het gebied is van een edelman of een klooster
Slide 3 - Diapositive
Het hof:
Belangrijk gebouw op het domein, hierin woonde de eigenaar of de rentmeester degene die het domein voor de eigenaar beheerde.
Slide 4 - Diapositive
Het hofstelsel:
De grond op het domein werd verdeeld in 2 stukken
een deel akkers van de heer (leenman) het andere deel 'eigen' akkers van horige boeren.
Slide 5 - Diapositive
Hofstelsel
Boeren
Slide 6 - Diapositive
Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Boeren
Slide 7 - Diapositive
Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
Boeren
Slide 8 - Diapositive
Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Edelman
(de heer)
De heer geeft
Bescherming
Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
Deel van oogst
Herendiensten
Horigen
Slide 9 - Diapositive
De edelen
Eignaars van de grond, bestuurden het land, zorgden voor rechtspraak en voerden oorlog
Huis van de heer
Vaak niet meer dan een iets groter houten huis met een muur. Hierkonden de boeren schuilen bij een aanval.
Ophaalbrug
Kan gesloten worden bij een aanval
Gracht
Extra verdediging tijdens een aanval
Simpele huizen
Binnen de muren voor de belangrijkste mensen
Boomgaard
Ook binnen de muren werd voedsel verbouwd. Alle opbrengst hier was voor de heer
Boer buiten de muur
Er waren twee soorten boeren:
Vrije boeren: bezaten hun eigen grond
Horigen:hadden geen bezit en moesten werken voor de heer
Herendiensten
Horigen werden door de heer beschermd en gevoed, maar daar wilde de heer wel iets voor terug
De heer kon vragen om herendiensten
graan malen
druiven persen
vechten voor de heer
graan betalen
wegen onderhouden
gracht graven
Akker
Ook buiten de muren werd op het land gewerkt. Dit werd gedaan door de horigen.
Weiland
Buiten de muren lagen weilanden voor de dieren
Slide 10 - Diapositive
Een horige:
Hoort bij het domein, is gebonden aan de grond van de heer. Verkoopt de heer de grond of geeft hij dit weg dan horen de horigen daar ook bij.
Een horige mag niet:
-Zonder toestemming het domein verlaten. -Trouwen zonder toestemming van de heer.
Slide 11 - Diapositive
Hoe werd je horige?
Afstammelingen van slaven uit de Romeinse tijd die een eigen stukje grond hadden gekregen om te bewerken.
Afstammelingen van vrije boeren die hun grond aan een klooster of edelman hadden gegeven in ruil voor voedsel na mislukte oogsten of in ruil voor bescherming.
Slide 12 - Diapositive
5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Tijd van monniken en ridders
Even herhalen!
Slide 13 - Diapositive
Krijgt bescherming
A
Vrije boer
B
Horige
C
Heer
Slide 14 - Quiz
Geeft bescherming
A
Vrije boer
B
Horige
C
Heer
Slide 15 - Quiz
Staat deel van oogst af
A
Vrije boer
B
Horige
C
Heer
Slide 16 - Quiz
Moet herendiensten verrichten
A
Vrije boer
B
Horige
C
Heer
Slide 17 - Quiz
Geeft een stuk landbouwgrond
A
Vrije boer
B
Horige
C
Heer
Slide 18 - Quiz
Hoeft geen toestemming te vragen om zijn boerderij te verlaten
A
Vrije boer
B
Horige
C
Heer
Slide 19 - Quiz
het hofstelsel
Slide 20 - Diapositive
Verschillen tussen leenstelsel en hofstelsel
Leenstelsel
Hofstelsel
Afspraak tussen belangrijke edellieden (koning/hertogen)
Afspraak tussen lagere mensen (ridder/geestelijke/boer)
Gaat over een groot gebied (provincies van landen)
Gaat over een klein gebied (een dorp met omgeving)
Bepaalt hoe een gebied bestuurd wordt (politiek)
Bepaalt hoe mensen zichzelf onderhouden en met elkaar omgaan (economie/sociaal)
Slide 21 - Diapositive
Drie sociale groepen
Er ontstonden in de middeleeuwen drie sociale groepen.
Geestelijkheid: Zij die bidden.
Adel: Zij die strijden.
Boeren: Zij die werken.
De geestelijkheid en adel hadden bepaalde privileges(speciale rechten, voorrechten).