2.2/2.3 Incongruentie

2.2 / 2.3 Les 2-Incongruentie
Onderwerp en persoonsvorm horen bij elkaar, zo niet, dan is dit incongruent. Je noemt dit congruentiefouten.

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2.2 / 2.3 Les 2-Incongruentie
Onderwerp en persoonsvorm horen bij elkaar, zo niet, dan is dit incongruent. Je noemt dit congruentiefouten.

Slide 1 - Diapositive

Klopt de volgende zin?
Honderden leerlingen zal een nieuw rapport worden gegeven.
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Ontleed met je buurman/-vrouw
Honderden leerlingen zal een nieuw rapport worden gegeven. 
PV:
wwg: 
Wie/wat+wwg:



Slide 3 - Diapositive

Antwoord
Honderden leerlingen zal een nieuw rapport worden gegeven. 
PV: zal
wwg: zal worden gegeven
Wie/wat+wwg:een nieuw rapport (enkelvoud)



Slide 4 - Diapositive

Klopt de volgende zin:
De politie heeft de dief gearresteerd.
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Overleg met je buurman/buurvrouw
Waarom was voorgaande zin juist?

Slide 6 - Diapositive

Waarom was de zin juist?
De politie heeft de dief gearresteerd.

Slide 7 - Carte mentale

Politie is enkelvoud.
Politieagenten is meervoud.

Slide 8 - Diapositive

De media (schrijven) over de rellen in Parijs.
A
schrijft
B
schrijven

Slide 9 - Quiz

Media is meervoud van medium
dus media schrijven en niet schrijft.

Slide 10 - Diapositive

Je leerde
- wat synoniemen zijn.
- wat incongruentie is.

Maak grammatica in je werkboekje.
Maak formuleren op Learnbeat.


Slide 11 - Diapositive