Formuleren 2.1 herhaling + 2.2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Planning

• Inloggen + presentie
• Instaptoets
• Uitleg Form
• Check
• Opdrachten 

Wat weet je nog van incongruentie?

Congruent of incongruent?
Waarom staan er een paar schoenen in de gang?

1. Congruent
2. Incongruent

Congruent of incongruent:
Na de pauze beginnen het toneelstuk en de muziekvoorstelling.

1. congruent (goed)
2. incongruent (niet goed)

Congruent of incongruent?
Het is moeilijk om te beoordelen of de media wel betrouwbaar zijn.

1. Congruent
2. Incongruent

Als iedereen morgen op tijd is, vertrekken we om 7 uur.

1. correctie inversie
2. foutieve inversie

Sinterklaas had acht bier en een mijter op.

1. Goede samentrekking
2. Foutieve samentrekking (getal)
3. Foutieve samentrekking (functiel)
4. Foutieve samentrekking (betekenis)

Vorige week was hij ziek en zijn we daarom nog niet klaar met de opdracht.

1. correcte inversie
2. foutieve inversie

Thomas kreeg een telefoon en een playstation cadeau.

1. Goede samentrekking
2. Foutieve samentrekking (getal)
3. Foutieve samentrekking (functie)
4. Foutieve samentrekking (betekenis)

Opdrachten

Maak opdracht 1 t/m 7 van Formuleren 2.2