Herhaling Bijvoeglijk Naamwoord

Herhaling Bijvoeglijke Naamwoorden

Omdat we in de vakantie af en toe wat vergeten...
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Bijvoeglijke Naamwoorden

Omdat we in de vakantie af en toe wat vergeten...

Slide 1 - Diapositive

Hoe weet je of een BN bij een ZN hoort in het Latijn?
A
De uitgangen zijn hetzelfde
B
Naamval, getal en geslacht zijn hetzelfde
C
Ze hebben evenveel letters
D
Ze staan naast elkaar

Slide 2 - Quiz

Congruentie
BN hoort bij ZN waarmee het congrueert
--> Naamval, getal en geslacht zijn hetzelfde!

Slide 3 - Diapositive

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
dominus
vox, voces v
corpus, corpora
urbs, urbes v
dolor, dolores m
puella
puer, pueri
bellum

Slide 4 - Question de remorquage

Geslacht
Mannelijk (groep 2a + 3a): dominus; puer, pueri; dolor, dolores m

Vrouwelijk (groep 1 + 3a): puella; urbs, urbes ; vox, voces v

Onzijdig (groep 2b + 3b): bellum; corpus, corpora

Slide 5 - Diapositive

BN Type 1
  •  Type 1 = longus, -a, um + pulcher, -chra, -chrum

  • Mannelijk gaat als SERVUS
  • Vrouwelijk gaat als FEMINA
  • Onzijdig gaat als DONUM

Slide 6 - Diapositive

Sleep de woorden naar de goede naamval!
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
dominorum
dominos
domini
domino
dominus
dominum
domini
dominis
domino
dominis

Slide 7 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar de goede naamval!
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
rosarum
rosas
rosae
rosae
rosa
rosam
rosae
rosis
rosa
rosis

Slide 8 - Question de remorquage

ev
mv
Sleep de woorden naar de goede naamval!
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
bellum
bellum
bella
bello
bella
bellis
bellis
bello
bellorum
belli

Slide 9 - Question de remorquage

Welke vorm van BONUS congrueert met FLUMINIBUS?
A
bonus
B
bonos
C
bonis
D
een andere vorm

Slide 10 - Quiz

Welke vorm van LONGUS congrueert met CURAM?
A
longam
B
longarum
C
longum
D
een andere vorm

Slide 11 - Quiz

BN type 2
  • Type 2a: fortis, -e + celer, celeris, celere
  • Type 2b: ingens, ingent- (ingent- = stam)

  • Mannelijk/vrouwelijk gaan als REX (behalve abl.ev!)
  • Onzijdig gaat als NOMEN (behalve abl.ev!)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

milite forti =
A
dat mnl ev
B
abl mnl ev
C
dat/ abl mnl ev
D
nom mnl mv

Slide 14 - Quiz

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de goede vorm.
servum (felix, felic-)

Slide 15 - Question ouverte

Is de combinatie goed of fout:
femina fortia
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quiz

En nu?
  1.  Bespreken opdrachten 22, 23 en 24 (H.14)
  2. M: maken tekst 16 t/m r.5 ('aderant') met vertaalopdracht

Slide 17 - Diapositive