Bi-3M-1.6 - Biotechniek (23-24)

Paragraaf 1.6 Biotechniek 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1.6 Biotechniek 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Producenten
Consumenten
Afvaleters
Reducenten
Mineralen

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt voorbeelden geven van hoe je schimmels kunt gebruiken.
  • Je kunt voorbeelden geven van hoe je bacteriën kunt gebruiken
  • Je kunt uitleggen wat moderne biotechnologie is en daar voorbeelden bij geven.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen
biotecheniek - gist - koolstofdioxide - alcohol
penicilline - antibiotica 
fermentatie - melkzuurbacteriën - zuiveringsinstallatie

Veredelen - moderne biotechnologie - gen - genetische modificatie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biotechniek 
"Biotechniek is het door de mens “gebruiken” van levende wezens."


Bacteriën en schimmels spelen hierin de hoofdrol. Zij kunnen worden ingezet om nuttige taken te verrichten voor mensen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gebruik van schimmels
(Klassieke biotechnologie)
Het gebruik van schimmels,
zoals gist.
Gist:  een 1-cellige schimmel die leeft van suikers (glucose) in het meel.
Gist scheidt koolstofdioxide en alcohol uit.
Het deeg wordt luchtig. De alcohol verdampt in de oven. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gebruik van bacteriën
(klassieke biotechnologie)

  • Yoghurt
  • Zuurkool
  • Afvalwater schoonmaken

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Klassieke biotechnologie



Wordt niet alleen gebruikt in eten maar ook voor peniciline of antibiotica.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moderne biotechniek
Je maakt gebruik van het DNA van verschillende organisme om op deze manier gunstige eigenschappen over te brengen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moderne biotechnologie
Organismen krijgen nieuwe eigenschappen doordat hun DNA wordt veranderd ==> genetische modificatie.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan met moderne biotechnologie
Voedsel als medicijn ==> toevoeging vitamine A aan rijst, door een gen in een rijstplant toe te voegen.

Supervoedsel maken ==> Superzalmen, door een gen in een zalm in te brengen, waardoor de zalm veel groter wordt. 

Wasmiddel ==> Genetische gemodificeerde enzymen, die vlekken uit de kleren wassen door een lage temperatuur. 

Slide 15 - Diapositive

Superzalm achtergrondinfo klik hier.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe maak je insuline?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ethiek en risico's
  • Aan DNA sleutelen is onnatuurlijk
  • Door het inbouwen van DNA van mensen in een ander soort kunnen nieuwe ziekten ontstaan.
  • Nieuwe diersoorten kunnen ontsnappen en in de natuur voortplanten ==> uitkomsten zijn onbekend. 
  • Onbekend wat de gevolgen zijn van genetisch veranderde organismen. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

https://nl.wikipedia.org/wiki/Mr._Green_Genes


Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak over bacteriën en schimmels is juist?
A
Schimmels en bacterieen groeien niet op vochtige plaatsen
B
Schimmels en bacterieen zijn aaltijd ongezond in voedingsmiddelen
C
Schimmels en bacterieen groeien snel in een warme omgeving
D
Schimmels en bacterieen zijn altijd zichtbaar op voedingsmiddelen.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun je schimmel eten?
A
Ja, je kunt alle schimmels eten.
B
Ja, alleen als het een klein beetje is.
C
nee, je kunt geen schimmels eten.
D
Sommige schimmels kun je wel eten en sommige niet.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen biotechnologie?
A
gisten
B
bacteriën
C
schimmels
D
insuline

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de productie van bier en zuurkool wordt biotechnologie toegepast
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gebruiken we biotechnologie niet?
A
betere productie- technieken ontwikkelen
B
Om gewassen te verbeteren
C
via organismen nieuwe stoffen te ontwikkelen
D
om medicijnen te maken

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan er fout gaan bij biotechnologie?
A
Dat er schadelijke bacteriën vrijkomen
B
Misvormde dieren.
C
Sterker worden bij gebruik GM voedsel
D
Dat het te duur wordt.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd?

Slide 27 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de herfstvakantie herhalen we hoofdstuk 1, welke onderwerpen uit hoofdstuk 1 moeten zeker aan bod komen?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Weektaak
Maken 1.6
Vraag: 1 t/m 17

Afmaken Test jezelf:
Pagina 63 en 64 - vraag 12 t/m 22


timer
10:00

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions