2KM H6 lezen les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

• lesboek H6 lezen blz. 142
• schrift
  
• pen
• leesboek
• laptop (dichtlaten!)

We starten als de timer op 0:00 staat. 

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen 
• Lezen
• Lezen H6: tekst en publiek
• Zelfstandig werken: LessonUp
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is. 

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lezen in stilte

Voor welk publiek?

Tekst en publiek

Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je zien aan:

• Het onderwerp
• Het taalgebruik
• De bron
• De lay-out (= opmaak)

Zelfstandig werken

Maak de opdracht:
2KM H6 Lezen les 2 in LessonUp

Vragen? Mondkapje op en hand omhoog. 

Klaar?
Ga in LessonUp aan de slag met de herhalingsopdrachten van H3 en H4, werk in Numo of ga lezen in je leesboek. 

Opdracht 4 op blz. 145

Bekijk en lees tekst 6 op blz. 146 in je boek en maak de vragen.

4.1 Wat is het onderwerp van tekst 6?

4.2 Kijk naar de bron van de tekst. Welk woord herken je in de internetlink?

4.3 Wat is het doel van deze tekst?

1. De schrijver wil de lezer amuseren.
2. De schrijver wil de lezer informeren.
3. De schrijver wil de lezer zijn mening geven.

4.4 Wat is het publiek van deze tekst?

4.5.a Wat betekent dit woord uit de tekst?

mythe (tussenkopje al. 2)

1. redenen waarom je iets doet
2. mensen die veel weten van geschiedenis
3. situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
4. verhaal dat veel mensen kennen, maar dat niet echt is gebeurd

4.5.b Wat betekent dit woord uit de tekst?

historici (al. 2)

1. redenen waarom je iets doet
2. mensen die veel weten van geschiedenis
3. situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
4. verhaal dat veel mensen kennen, maar dat niet echt is gebeurd

4.5.c Wat betekent dit woord uit de tekst?

agrariërs (al. 2)

1. redenen waarom je iets doet
2. mensen die veel weten van geschiedenis
3. situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
4. boeren

4.5.d Wat betekent dit woord uit de tekst?

motieven (al. 3)

1. redenen waarom je iets doet
2. mensen die veel weten van geschiedenis
3. situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
4. boeren

4.5.e Wat betekent dit woord uit de tekst?

onderwijskundigen (al. 3)

1. mensen die veel weten van onderwijs
2. mensen die veel weten van geschiedenis
3. situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
4. boeren

4.5.f Wat betekent dit woord uit de tekst?

epidemieën (al. 4)

1. mensen die veel weten van onderwijs
2. mensen die veel weten van geschiedenis
3. situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
4. boeren

4.6 In de tekst worden drie redenen gegeven waarom we zomervakantie hebben.
Geef hieronder aan:

- wat het onderwerp van elke reden is.
- schrijf achter elke reden in welke alinea de reden staat
- schrijf vervolgens op welke woorden aangeven dat er een reden volgt (bijvoorbeeld ten tweede)

4.7 Waarom denken veel mensen dat scholieren tijdens de oogsttijd vakantie hebben?

4.8 Het stukje tekst in het kader komt uit 1856. Hoeveel weken zomervakantie had men toen? En hoeveel heb jij nu?

Opdracht 5 op blz. 147

Lees tekst 7 en maak de vragen. 

5.1 Wat is het onderwerp van tekst 7?

5.2 Wat is het doel van deze tekst?

5.3.a wat betekent dit woord uit de tekst?
massaal (al. 1)

1. heel bijzondere gebeurtenis
2. plaats waar veel wegen samenkomen
3. met heel veel tegelijk
4. heel interessant

5.3.b wat betekent dit woord uit de tekst?
knooppunt (al. 1)

1. heel bijzondere gebeurtenis
2. plaats waar veel wegen samenkomen
3. met heel veel tegelijk
4. heel interessant

5.3.c wat betekent dit woord uit de tekst?
fenomeen (al. 2)

1. heel bijzondere gebeurtenis
2. plaats waar veel wegen samenkomen
3. blij
4. heel interessant

5.3.d wat betekent dit woord uit de tekst?
fascinerend (al. 2)

1. heel bijzondere gebeurtenis
2. plaats waar veel wegen samenkomen
3. blij
4. heel interessant

5.3.e wat betekent dit woord uit de tekst?
verheugd (al. 2)

1. heel bijzondere gebeurtenis
2. plaats waar veel wegen samenkomen
3. blij
4. heel interessant

5.4 Noteer het woord dat het tegenovergestelde betekent van frustratie (al. 2).

5.5 Welke zin uit tekst 7 past het best bij de foto? Noteer alleen de eerste twee woorden van die zin.

5.6 Bij welke alinea van tekst 6 past het best tekst 7?

5.7 In 1955 waren mensen verheugd over de file. Wat vindt men tegenwoordig van files? Let op: antwoord in een hele zin/hele zinnen.

Klaar? Super!

- Je mag werken in Numo.
- Je mag lezen in je leesboek.

Huiswerk

....
Leren:

Theorie blz. 142

Maken:

2KM H6 Lezen les 2 in LessonUp

Lesdoelen

• Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is. 

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?