2KM H6 lezen les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

• lesboek H6 lezen blz. 142
• schrift
  
• pen
• leesboek
• laptop (dichtlaten!)

We starten als de timer op 0:00 staat. 

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen 
• Lezen
• Lezen H6: tekst en publiek
• Zelfstandig werken: LessonUp
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is. 

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lezen in stilte

Startopdracht samen maken

Tekst en publiek

Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je zien aan:

• Het onderwerp
• Het taalgebruik
• De bron
• De lay-out (= opmaak)

Zelfstandig werken

Maak de opdracht:
2KM H6 Lezen les 1 in LessonUp (blz. 143 opdracht 1, 2 en 3)

Vragen? Mondkapje op en hand omhoog. 

Klaar?
Werk in Numo of ga lezen in je leesboek. 

Opdracht 1 op blz. 143

Bekijk en lees tekst 1, 2 en 3 op blz. 143 in je boek en maak de vragen.

1.1.a Welke tekst(en) past bij de uitspraak?

Heeft als onderwerp 'tweedehands achtbaan te koop'

1.1.b Welke tekst(en) past bij de uitspraak?

Is bedoeld voor ‘volwassenen die een pretpark bezitten’

1.1.c Welke tekst(en) past bij de uitspraak?

Spreekt de lezer aan met ‘u’ / ‘uw’

1.1.d Welke tekst(en) past bij de uitspraak?

Is een nieuwsbericht

1.1.e Welke tekst(en) past bij de uitspraak?

Heeft de grootste foto en de meeste verschillende lettertypes

1.2 Maak voor tekst 1 de zin af.

Deze tekst heeft als doel ... en is bedoeld voor ....

1.2 Maak voor tekst 2 de zin af.

Deze tekst heeft als doel ... en is bedoeld voor ....

1.2 Maak voor tekst 3 de zin af.

Deze tekst heeft als doel ... en is bedoeld voor ....

Opdracht 2 op blz. 144

Lees tekst 4 en maak de vragen. 

2.1 Wat is het onderwerp van tekst 4?

2.2 Wie moet het aanmeldformulier invullen?

2.3 Aan welke woorden kun je zien voor welk publiek het aanmeldformulier is bedoeld?

2.4 De rest van de tekst is geschreven voor jongeren. Neem drie woorden uit de tekst over waaraan je dat kunt zien.

2.5 Aan welke lay-outkenmerken kun je ook zien dat de tekst bedoeld is voor jongeren? Vul er twee in.

2.6 Vul drie activiteiten in die je tijdens het kamp op het strand kunt doen.

2.7 Wat is het doel van tekst 4?

1. Amuseren
2. Iets laten doen
3. Informatie geven

2.8 Hoor jij bij het publiek van deze tekst? Leg uit waarom wel/niet.

Opdracht 3 op blz. 144

Lees tekst 5 en maak de vragen. 

3.1 Wat is het onderwerp van tekst 5?

3.2 Voor wie is het kamp bedoeld?

3.3.a Welk woord uit tekst 4 betekent ongeveer hetzelfde als dit woord uit tekst 5?
inspanning (al. 1)

3.3.b Welk woord uit tekst 4 betekent ongeveer hetzelfde als deze woorden uit tekst 5?
saai worden (al. 1)

3.3.c Welk woord uit tekst 4 betekent ongeveer hetzelfde als dit woord uit tekst 5?
vaardig (al. 3)

3.4 Welk kamp duurt langer? Het strandkamp in tekst 4 of het zomerkamp in tekst 5? Noteer voor beide kampen het aantal dagen.

Klaar? Super!

-  Je mag werken aan je presentatie

- Je mag werken in Numo.
- Je mag lezen in je leesboek.

Huiswerk

....
Leren:

Theorie blz. 142

Maken:

2KM H6 Lezen les 1 in LessonUp

Lesdoelen

• Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is. 

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?