paragraaf 6.3 soorten in hun omgeving

Wat is een voorbeeld van beperkende factor voor een boom?
A
Het hebben van een hoeveelheid bladeren.
B
De aanwezigheid van stikstof in de lucht.
C
De hoeveelheid water in de grond.
D
De aanwezigheid van konijnen in de buurt.
1 / 20
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wat is een voorbeeld van beperkende factor voor een boom?
A
Het hebben van een hoeveelheid bladeren.
B
De aanwezigheid van stikstof in de lucht.
C
De hoeveelheid water in de grond.
D
De aanwezigheid van konijnen in de buurt.

Slide 1 - Quiz

Een ecoloog wil het aantal konijnen in een bepaald afgeschermd natuurgebied gaan bepalen. Hiervoor gebruikt hij de methode van vangen, merken en terugvangen.
Bij de eerste vangst vangt de ecoloog in totaal 44 konijnen, die vervolgens een ring om de poten krijgen. Deze konijnen worden weer losgelaten. Een week later vangt hij opnieuw konijnen. Dit keer 34 stuks, waarvan er 4 een ring om de poten hebben.

Bereken de grootte van de konijnenpopulatie.

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 6
6.1 De verwantschap tussen soorten
6.2 Populaties
6.3 Soorten en hun omgeving (geen toetsweek stof P2)
6.4 Relaties tussen soorten (geen toetsweek stof P2)

Slide 4 - Diapositive

Leerdoel 6.3
  • Je leert hoe de omgeving bepaalt welke soorten er kunnen leven
  • Je weet wat een optimumkromme is
  • Je wat een habitat en een niche is




Slide 5 - Diapositive

Welke dingen in de omgeving van een dier beïnvloeden hem?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Diapositive

Abiotisch
Biotisch

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

Klimaatverandering zorgt ervoor dat er steeds minder ijsberen op de noordpool leven. Hoe komt dat?
A
De minimum tolerantiegrens wordt overschreden
B
De maximum tolerantiegrens wordt overschreden
C
Het optimum tolerantiegebied van de ijsbeer is te breed

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Diapositive

Elke soort is anders
Wat is een habitat?
De leefomgeving van een plant of dier met de specifieke abiotische en biotische factoren
Wat is een niche?
De wijze waarop de soort de biotische en abiotische factoren in de habitat gebruikt en dus de invloed van de soort op de habitat





Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Binnen een ecosysteem zijn...
1. Dieren met dezelfde niche elkaars concurrenten.
2. Dieren met dezelfde habitat elkaars concurrenten
A
1. Goed 2. Goed
B
1. Fout 2. Fout
C
1. Goed 2. Fout
D
1. Fout 2. Goed

Slide 15 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een niche van de rode eekhoorn?
A
gegeten worden door bv. vossen
B
Bossen
C
verzamelen van eikels
D
nesten bouwen

Slide 16 - Quiz

Een niche hangt af van abiotische en biotische factoren.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Huiswerk
  • maak van bs 6.3 de opdrachten kies je leerroute
  • maak ook opdracht 9



Slide 20 - Diapositive