week 45 2E/2 G herhaling /fictie opdracht/lezen en spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

week 45 2 E/  2 G 

stamgroepen 2g

stamgroepen 

Allereerst...

• Is iedereen aanwezig?
• stamgroepen ?

week 45/2 

leg klaar : 

boek  +  pen  

ipad (dicht ) 

vorige les

oefenen / herhalen stof 

PW         

• Meer dan lezen §1 en  par. 2
• Grammatica ZD  §1, 3, 5, 7
• woorden van de woordenlijst 

• herkansing op 16 november 2023 
• PW Lezen par. 3 & Spelling
  

• fictie opdracht periode 1

vandaag 

aan het werk met   ...week 45 : 

• de herhalingsopdrachten: online 

(vragen stellen)  + theorie 

oefenblad op papier 

          

 gezegde : wg of ng 

Ik heb gesprongen.

= doen

Ik ben boos geworden.

= zijn 

oefenopgave toets 

1, 2 en 3 samen
4a en 5a samen 
6.1 samen

1.Hij heeft gefietst.                                            2. Hij is boos geworden.

Planning online  

opdrachten maken

tot einde lesuur

 fictie opdracht

fictie / non fictie 

pizza boekverslag 

inleveren 17 december 2023 

indeling stamgroepen

6 *pizza punten 

1. titel /auteur = schrijver /genre 
2. protagonist/hoofdpersoon en bijpersonen 
3. setting : plaats / tijd / omstandigheden  
4. tijd : verteltijd en vertelde tijd/flashback en flash forward
5. titelverklaring
6. recensie 

  Tijd en ruimte 

Tijd in verhalen (boek, serie of film) 

Chronologisch = gebeurtenissen vinden plaats in de volgorde waarin ze hebben plaatsgevonden

Niet-chronologisch = niet in volgorde waarin ze hebben plaatsgevonden

Niet-chronologisch

Bijvoorbeeld:

• Het verhaal begint in het midden
• Het verhaal begint aan het einde

Doorbreken chronologie

• Flashback --> een personage kijkt terug naar het verleden

• Flashforward --> de lezer krijgt alvast een kijkje in de toekomst

Vertel(de) tijd

1. verteltijd = de lengte van het verhaal (woorden, zinnen, aantal bladzijden, aflevering etc.)

2. vertelde tijd=  de tijdperiode die in een verhaal wordt besproken

Een voorbeeld

Harry Potter


- De verteltijd is 228 bladzijden.  

- De vertelde tijd is ongeveer 10 maanden: vanaf begin schooljaar tot einde schooljaar.

RUIMTE: geografische en klimatologische ruimte 

geografische ruimte : de plaats aan waar een verhaal zich afspeelt. Bijvoorbeeld een stad, dorp, of land. 

klimatologische ruimte : het weer of i welk seizoen een verhaal zich afspeelt. Bijvoorbeeld in de lente, of juist in de zomer.