H5 Brede welvaart

H5 Brede welvaart
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H5 Brede welvaart

Slide 1 - Diapositive

Wat is een tekortkoming van het bbp als indicator van welvaart?

Slide 2 - Question ouverte

Waarom worden niet-vakbondsleden ook wel meelifters genoemd?

Slide 3 - Question ouverte

Wat wordt bij welzijn bedoelt met niet schaarse goederen?

Slide 4 - Question ouverte

Welvaart meten
Vroeger: Economische groei
  • Stijging bbp en reële bbp. 
Nu ook behoeftebevrediging die alle huishoudens samen ontlenen aan schaarse goederen en diensten. 
  • Vrije tijd, productie informele sector, overheidsvoorzieningen. 5.2.2 tm 5.2.4

Slide 5 - Diapositive

(= Brede welvaart)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Pareto-efficiëntie
De efficiëntie van een markt kan ook bepaald worden aan de hand van het Pareto-criterium. Een situatie is Pareto-efficiënt als er geen verandering mogelijk is waarbij niemand er op achteruit gaat. M.a.w., kan vanuit de uitgangssituatie iemand erop vooruitgaan, zonder dat iemand anders er op achteruit gaat?
Ja: Er is een Pareto-verbetering mogelijk; uitkomst niet PE
Nee: De Pareto-efficiënte situatie is bereikt; uitkomst is PE

Slide 8 - Diapositive

5.2.2. Vrije tijd
Keynes voorspelde dat we in 2030 een werkweek van 15 uur zouden hebben. 
In vergelijking met 1975 heeft men gemiddeld 3 uur minder vrije tijd. 
Gek want; Werknemers geven aan liever vrije tijd te hebben dan een hoger inkomen. 
Keynes ging alleen van consumptie uit, maar hield geen rekening met ruilen over tijd. (inkomen voor pensioen)

Slide 9 - Diapositive

5.2.3 Informele sector
Wettelijk en onwettelijk economische activiteiten die niet in de cijfers, zoals het bbp tot uitdrukking komen (vrijwilligerswerk, zwart werk). 

In ontwikkelingslanden is de informele sector relatief groot. 

Slide 10 - Diapositive

5.2.4. Welvaart ervaren aan

Kwaliteit overheidsvoorzieningen zoals 
  • Infrastructuur
  • Onderwijs
  • Sociale zekerheid
  • Gezondheidszorg

Risico en veiligheid --> corruptie 

Slide 11 - Diapositive

5.3 Welvaartsbeleving
Verschilt per persoon en is subjectief. 
Zaken die mensen verschillend beleven: 
  • Risico's, overheidspaternalisme, ongelijkheid en milieu. 
  • Kunnen de welvaart negatief beïnvloeden. 

Slide 12 - Diapositive

Wat is ongelijkheid?

We hebben het over economische ongelijkheid. Twee soorten:
  1. Inkomensongelijkheid (hoeveel je verdient)
  2. Vermogensongelijkheid (hoeveel er op je bank staat)



Slide 13 - Diapositive

Lorenzcurve
De Lorenzcurve geeft inkomensongelijkheid aan.


Slide 14 - Diapositive

Een daling van de gini-coëfficiënt geeft aan dat de verschillen kleiner worden. 
Een gini-coëfficiënt van 0? Dat kan, het inkomen is perfect gelijkmatig verdeeld.
Gini-coëfficiënt

Slide 15 - Diapositive

Nadelen ongelijkheid
Mensen met lage inkomens hebben noodgedwongen een hoge tijdvoorkeur en daardoor minder mogelijkheden --> vermogen opbouw, scholen of investeren. 
Hierdoor wordt potentie niet benut. 
Dure medische zorg is voor een grote groep dan minder toegankelijker --> welvaart van de hele samenleving wordt beïnvloed. 

Slide 16 - Diapositive

Inkomensongelijkheid in Nederland

Slide 17 - Diapositive

Risico (verzekering) - Welvaart
Mens van nature risicoavers.
Oververzekeren
  • Premies zijn hoog.
  • Je ontvangt niet meer schadevergoeding als er iets gebeurd. 
  • Verzekeringsverschillen zorgen voor welvaartsverschil

Slide 18 - Diapositive

Overheidspaternalisme
De overheid corrigeert gedrag.
  • Sommigen vinden dit prettig, anderen vinden het inperking van keuzevrijheid. 
Externe effecten beïnvloeden
  • Belastingen, subsidies, wetgeving en campagnes. 
Effecten die niet in de kostprijs (opgeofferde waarde KANO) zitten.
Kunnen positief en negatief zijn. Staan in relatie met begrip maatschappelijke kosten; totale waarde van opoffering plus externe effecten

Slide 19 - Diapositive

Milieu
Groot onderwerp in het welvaartsdebat. 
Doel: streven naar evenwichte en duurzame economische groei. 


- Milieudruk en inkomen per hoofd
- Omslag punt

Slide 20 - Diapositive

Arme landen

Economische groei zorgt voor minder illegale praktijken (houtkap en stroperij).
Rijke landen

Mensen gaan zich bekommeren om hun leefomgeving. Willen duurzamer leven. 

Slide 21 - Diapositive

Bbp juiste maatstaf?
Na een milieu ramp neemt het bbp toe --> er worden productiemiddelen ingezet om de schade te herstellen. 

Groene bbp
  • Bbp - de geschatte waarde van schade aan het milieu + de geschatte waarde van verbetering van milieu. 

Slide 22 - Diapositive

Welzijn
Omvat de behoeftebevrediging die mensen ontlenen aan schaarse (= welvaart) en aan niet schaarse goederen. 

Slide 23 - Diapositive

Hoe meten we welzijn?
Nog lastiger dan welvaart. 
Waar wordt naar gekeken?
  • Levensverwachting

Wordt veroorzaakt door: voeding, huisvesting, gezondheid, leefomgeving en vrije tijd. 
Heeft een hoog subjectief karakter

Slide 24 - Diapositive

Samenhang welvaart en welzijn
Oorzaak en gevolg. 
Een hogere welvaart zorgt voor meer welzijn, maar ook andersom. 

Economische groei betekent een hogere welvaart, maar niet altijd welzijn. Vanaf een punt zijn vooral de niet-schaarse goederen de factoren die de groei van ons welzijn bepalen. 

Slide 25 - Diapositive

Alternatieven voor het meten van welvaart
Groene bbp 
Human Development Index
World Happiness Report
Duurzame ontwikkelingsdoelen
Bruto Nationaal Geluk
--> Enzovoort. 

Slide 26 - Diapositive

Groen BBP
   Bruto Binnenlands Product 
- kosten van milieuvervuiling 
- kosten uitputten grondstofvoorraden 
= Groen BBP 

Slide 27 - Diapositive

HDI (Human Development Index)
Een ranglijst van landen in de mate van welvaart. 
Indexgetal tussen de 0 en 1. 

HDI meet méér dan het bbp, denk aan:
  • Levensverwachting
  • Onderwijs
  • Het bbp zelf (dit is dus ook een onderdeel van de HDI)

Slide 28 - Diapositive

In Nederland brede welvaart
CBS
8 thema's
  • welzijn (onderdeel welvaart), materiële welvaart, gezondheid, arbeid en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu. 
  • Hoe is de brede welvaart verdeeld onder bepaalde groepen in de samenleving?

Slide 29 - Diapositive

De macht der Rijken !

Slide 30 - Diapositive