Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Suzan zegt: 'Ik ben op kamp geweest.'
Wat valt je op aan de LEESTEKENS?
Slide 1 - Carte mentale
zamzam zegt het is nu wel donderdag
Slide 2 - Question ouverte
yuna vraagt hoe laat is het
Slide 3 - Question ouverte
chanaya roept ik snap het
Slide 4 - Question ouverte
1e woord
Slide 5 - Question ouverte
2e woord
Slide 6 - Question ouverte
3e woord
Slide 7 - Question ouverte
1e zin
Slide 8 - Question ouverte
2e zin
Slide 9 - Question ouverte
3e zin
Slide 10 - Question ouverte
1. Hij heeft geraasd. 2. De autocoureur testte zijn wagen in de zandwoestijn, voordat de wedstrijd startte. 3. Mijn stationair draaiende motor werd steeds lawaaieriger.
Slide 11 - Question ouverte
1. Hij heeft geraasd. 2. De autocoureur testte zijn wagen in de zandwoestijn, voordat de wedstrijd startte. 3. Mijn stationair draaiende motor werd steeds lawaaieriger.
Slide 12 - Question ouverte
1. Hij heeft geraasd. 2. De autocoureur testte zijn wagen in de zandwoestijn, voordat de wedstrijd startte. 3. Mijn stationair draaiende motor werd steeds lawaaieriger.
Slide 13 - Question ouverte
1. Hij heeft geraasd. 2. De autocoureur testte zijn wagen in de zandwoestijn, voordat de wedstrijd startte. 3. Mijn stationair draaiende motor werd steeds lawaaieriger.
Slide 14 - Question ouverte
1. Hij heeft geraasd. 2. De autocoureur testte zijn wagen in de zandwoestijn, voordat de wedstrijd startte. 3. Mijn stationair draaiende motor werd steeds lawaaieriger.