Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1kb3 Grammar les
Grammatica
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica
Slide 1 - Diapositive
Will
Wanneer: Hoe:
Will + werkwoord
Iets gaat nog gebeuren.
It
will rain
tomorrow. I
will run
You
will run
He/she/it
will run
We
will run
They
will run
Slide 2 - Diapositive
Hoe gebruik je het
In een bevestigende zin:
onderwerp +
will
+ werkwoord: “He
will eat
a sandwich.”
In een ontkennende zin:
onderwerp +
will + not
+ werkwoord: “ I
won't
eat
a sandwich.”
In een vraagzin:
(vraagwoord +)
Will
+ onderwerp + werkwoord?: “When
will
you
eat
lunch?”
Slide 3 - Diapositive
Present Simple
Wanneer: Hoe: werkwoord(+s)
Feiten: Water
boils
at 100 degrees
Gewoontes: Every Sunday I
play
tennis I
run
You
run
She/He/It
run
s
We
run
They
run
Slide 4 - Diapositive
Hoe gebruik je het
In een bevestigende zin:
onderwerp + werkwoord (+s): “He
eats
a sandwich.”
In een ontkennende zin:
onderwerp + do/does + not + werkwoord: “ I
don’t eat
sandwiches.”
In een vraagzin:
(vraagwoord +) do/does + onderwerp + werkwoord?: “When
do
you
eat
lunch?”
Slide 5 - Diapositive
He ________ (drive) to work everyday.
Slide 6 - Question ouverte
I _______ (eat) cereal in the morning.
Slide 7 - Question ouverte
I ________ (think) you are right.
Slide 8 - Question ouverte
She _______ (catch) a cold every winter.
Slide 9 - Question ouverte
They _______ (like) vegetables
Slide 10 - Question ouverte
We ______ (take) the bus often
Slide 11 - Question ouverte
Present Continuous
Wanneer: Hoe: be + ww-ing
Als het nu aan de gang is
It
is raining
I
am
running
He/She/It
is
running
Let op!:
We
are
running
eindigt het op een -
e
dan verdwijnt deze. They
are
running
eindigt het op een klinker + medeklinker
dan verdubbel je de medeklinker.
Slide 12 - Diapositive
Hoe gebruik je het
In een bevestigende zin:
onderwerp + am/is/are + werkwoord-ing: “They
are
eating
a sandwich.”
In een ontkennende zin:
onderwerp + am/is/are + not: “ I
am
not eating
a sandwich.”
In een vraagzin:
(vraagwoord +) am/is/are + onderwerp + werkwoord +
?
: “Why
are
you
eating
a sandwich?”
Slide 13 - Diapositive
I _______ (study) at the moment.
Slide 14 - Question ouverte
We _______ (watch) TV.
Slide 15 - Question ouverte
You ______ (play) badminton tonight.
Slide 16 - Question ouverte
They ______ (read).
Slide 17 - Question ouverte
We _______ (go) to the cinema tonight.
Slide 18 - Question ouverte
She _______ (eat) chocolate.
Slide 19 - Question ouverte
Schrijf opdracht
Facebook profiel
15 minuten
Wissel met voor/achterbuur.
10 minuten
Tijd over? Kahoot
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
1kb3
Juin 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Present Simple Q & N
Juin 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammar Bijles samenvating
Avril 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
HBO
Studiejaar 2
Will/to be going to
Mars 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
M 1 Present Simple (herhalen)
Juin 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
Questions and Negatives
Septembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
MBO
Studiejaar 1
Week 3: Pres Simp/Pres Cont.
Septembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Zinsontleden
Avril 2022
- Leçon avec
30 diapositives
English
Tertiary Education