Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Thema 1 BS 1
Verbranding
Slide 1 - Diapositive
Eerst een opdracht
1. Ga naar lessonup.app
2. Voer daar de code van het bord in, zodat je in de juiste klas zit
Hier plaats ik na de les de gebruikte lessonUp's. Mocht je een keer ziek zijn of wat willen nalezen vind je hier de informatie.
Slide 2 - Diapositive
Welke twee stoffen zijn er nodig voor verbranding?
Slide 3 - Question ouverte
Nodig voor verbranding
1. Brandstof
2. Zuurstof
Slide 4 - Diapositive
Waar in het menselijk lichaam vindt verbranding plaats?
A
In je spieren
B
In het bloed
C
In het mitochondrium
D
In iedere cel van het lichaam
Slide 5 - Quiz
Verbranding
In iedere cel van de mens.
De brandstof voor de cellen van de mens is glucose.
Slide 6 - Diapositive
Het doel van verbranding is het maken van energie. Waarvoor heeft een mens die energie nodig?
Slide 7 - Question ouverte
Er ontstaan ook afvalstoffen bij verbranding. Welke stoffen zijn dat?
A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Lucht
Slide 8 - Quiz
Verbranding samenvatting
Verbranding geef je in een reactie schema (samenvatting) als volgt weer.
Verbranding(zet als aantekening in je snelhechter?):
glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water + energie
(de pijl betekent: onder de juiste voorwaarden)
Slide 9 - Diapositive
Indicator
Om de koolstofdioxide te kunnen laten zien die ontstaat bij verbranding hebben we een indicator (of aanwijsstof) gebruikt. We zullen dit schooljaar verschillende indicatoren gaan gebruiken.
Slide 10 - Diapositive
Aantekening
Een indicator is een stof waarmee de aan- of afwezigheid van andere stoffen kan worden aangetoond.
De indicator voor koolstofdioxide is kalkwater.
Slide 11 - Diapositive
Maken
HOE: Inloggen in magister. Dan naar leermiddelen. Daar klikken op biologie. Zo kom je in je digitale leermiddelen.
Klascode BvJ: zie bord
WAT: Paragraaf 1.1 opdracht 1 t/m 5.
Opdracht 1 t/m 3 zijn de practica die we zojuist gedaan hebben.
Slide 12 - Diapositive
Is jouw maakwerk af?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Welke nieuwe biologische termen heb jij deze les geleerd?