1.1 Verbranding

bij biologie en verzorging!
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

bij biologie en verzorging!

Slide 1 - Diapositive

Een heel gelukkig 2023!

Slide 2 - Diapositive

Thema 3: Verbranding en ademhaling
1: Wat is verbranding?
2: Verbranding in je lichaam
3: Ingeademde lucht en
uitgeademde lucht
4: Het ademhalingsstelsel
5: Gezonde lucht
6: Problemen met ademhalen
7: Longblaasjes
8. Vitale capiciteit

Slide 3 - Diapositive

Starten met LessonUp

Download de app en registreer met je Eye College emailadres. 
Gebruik je wachtwoord voor dit emailadres

Voer de code in: nffcx

Je ziet deze les in je overzicht staan!

Slide 4 - Diapositive

Hoe werkt het boek?
7 hoofdstukken
Elk hoofdstuk bestaat uit basisstoffen en extra basisstoffen.

Per week doen we 2 tot 3 basisstoffen. 

Slide 5 - Diapositive

Cijfers?
--> Per thema maken we een SO over de 1e paar basisstoffen. 

--> En een repetitie over het hele hoofdstuk. 


--> Af en toe krijg je ook een practicumopdracht voor een cijfer.
 


Slide 6 - Diapositive

Doelen van deze les
Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.
Je kunt koolstofdioxide aantonen met een indicator.

Slide 7 - Diapositive

Thema 3: Ademhaling

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Even vooraf
We werken in thema 3 met wat symbolen. Dat zijn:

O: zuurstof (oxygen)
C: koolstof (carbon)
H: waterstof (hydrogen)

Slide 10 - Diapositive

O - C- H
Met deze symbolen kun je een aantal formules maken die stoffen aangeven. 

Bijvoorbeeld:
Water is dan H2O
Koolstofdioxide is dan CO2
Zuurstof wordt aangegeven met O2

Slide 11 - Diapositive

Verbranding
Om iets te kunnen verbranden moet je aan de 3 brandvoorwaarden voldoen. 

Dit werkt ook zo in je lichaam. 

Slide 12 - Diapositive

Brandstof
Bij een vuurtje kun je als brandstof hout of kolen gebruiken. Een auto rijdt op benzine of diesel wat wordt gemaakt van olie. Veel mensen koken op gas. 

En je lichaam werkt ook op brandstof. Welke voedingsstoffen kun je gebruiken als brandstof?
Eitwitten, koolhydraten en vetten

Slide 13 - Diapositive

Verbranding
Je kunt alleen brandstof verbranden door adem te halen. 

Er ontstaan dan ook nieuwe stoffen. 

 

Slide 14 - Diapositive

Verbrandingsproducten
Verbrandingsproducten zijn stoffen die ontstaan bij een verbranding

Slide 15 - Diapositive

Ademhalen

Een organisme wat ademhaalt ademt zuurstof (O2) in en koolstofdioxide (CO2) uit. 

Koolstofdioxide is dus een verbrandingsproduct. 


Slide 16 - Diapositive

Indicator
Als je wilt controleren of er koolstofdioxide (CO2) is gemaakt kun je dat uitzoeken met een indicator. 

Een indicator is een aanwijsstof. Het toont aan of er een stof aanwezig is. 

De indicator voor CO2 is helder kalkwater. Helder kalkwater wordt troebel bij CO2
Helder
Doorzichtig, je kunt er doorheen kijken. Een heldere vloeistof kan een kleur hebben, denk maar aan ranja. Het kan ook kleurloos zijn, denk maar aan water. 
Troebel
Melkachtig, ondoorzichtig. Een troebele vloeistof kun je niet (goed) doorheen kijken. Een troebele vloeistof heeft een kleur, deze is witachtig. Maar het kan ook bruin (koffie met melk) of bijvoorbeeld roze zijn (fristy ;-) )

Slide 17 - Diapositive

Verbrandingsproducten
Water is ook een verbrandingsproduct. 


Slide 18 - Diapositive

Reactieschema


Het schema hierboven noemen we een reactieschema. 

Het bestaat uit beginstoffen en reactieproducten. De beginstoffen staan voor de pijl, de reactieproducten staan achter de pijl. 
Verbranding + Zuurstof           Water + Koolstofdioxide + Energie

Slide 19 - Diapositive

En dan nu, aan de slag
--> LEES 3.1 en MAAK de opdrachten 4 t/m 7

--> Lees 3.2 en maak de opdrachten 7,8 & 9

Klaar?
Ga naar biologiepagina.nl --> VMBO 2 --> Verbranding & ademhaling


Slide 20 - Diapositive

Thema 3 basisstof 2: Verbranding in je lichaam

Slide 21 - Diapositive

Wat zijn voorbeelden van verbrandingsproducten?
A
Benzine, water en aardgas
B
uitlaatgas, koolstofdioxide en water
C
olie, uitlaatgas en water
D
aardgas en benzine

Slide 22 - Quiz

De energie die vrijkomt bij de verbranding van een kaars is:
A
licht en beweging
B
warmte
C
licht
D
licht en warmte

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Wat weet je al?
Welke 2 stoffen heb je nodig bij de verbranding in je lichaam?

Slide 25 - Question ouverte

Wat weet je al?
Welke 2 verbrandingsproducten komen er vrij bij de verbranding?

Slide 26 - Question ouverte

Verbranding in je lichaam:
vindt plaats in iedere lichaamscel
Nodig
voor
verbranding
glucose  +  zuurstof  --> energie + koolstofdioxide + water
= bloedsuiker
= brandstof
verbrandingsproducten
- komt vrij
- nodig:
    - om warm te blijven
    - om te kunnen bewegen
Reactieschema:
adem je uit

Slide 27 - Diapositive

Lichamelijke inspanning
- Hoe meer lichamelijke inspanning,
   hoe meer energie je nodig hebt
- meer verbranding in spiercellen

extra brandstof en zuurstof nodig
hart gaat sneller kloppen --> bloed stroomt sneller --> cellen krijgen meer zuurstof en brandstof

Ademhaling wordt sneller --> meer zuurstof in lichaam --> meer koolstofdioxide uit lichaam

Meer verbranding zorgt voor meer warmte

Slide 28 - Diapositive

Zelfstandig aan de slag

Maken:
- Thema 3 bs 2: opdracht 7 en 8, flitskaarten en test jezelf
Klaar?
- Maak een samenvatting of leervragen van basisstof 3.2
   Sla deze op in de map NG in je One drive
- Ga alvast verder met volgende bs (zie schema)

Slide 29 - Diapositive