EC6_nabeschouwing

De cao quiz
We verdelen de klas in 2 groepen
1 groep gaat met Martin mee en 1 groep blijft hier
Daarna verdelen we de overige leerlingen weer in 2 groepen. Groep 1 en groep 2.
Jullie krijgen daarna per groep een A,B & C kaartje.
Nadat we een filmpje over de CAO onderhandelingen hebben gezien gaan we de CAO quiz spelen
Bij elke vraag komt er een A, B of C antwoord. Jullie houden het antwoord omhoog, waarvan jullie denken dat ie goed is.
Bij een goed antwoord krijg je 1 punt. De groep met de meeste punten wint.  
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

De cao quiz
We verdelen de klas in 2 groepen
1 groep gaat met Martin mee en 1 groep blijft hier
Daarna verdelen we de overige leerlingen weer in 2 groepen. Groep 1 en groep 2.
Jullie krijgen daarna per groep een A,B & C kaartje.
Nadat we een filmpje over de CAO onderhandelingen hebben gezien gaan we de CAO quiz spelen
Bij elke vraag komt er een A, B of C antwoord. Jullie houden het antwoord omhoog, waarvan jullie denken dat ie goed is.
Bij een goed antwoord krijg je 1 punt. De groep met de meeste punten wint.  

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Vraag 1
  • WAT BETEKENT DE AFKORTING CAO?
  • A. Creatieve Arbeiders Overwinnen.
  • B. Collectieve Arbeidsovereenstemming.
  • C. Collectieve Arbeidsovereenkomst.
  • C.

Slide 3 - Diapositive

Vraag 2
  • IN HET FILMPJE WORDEN MEERDERE ZAKEN GENOEMD DIE DE VAKBOND NAMENS DE SCHOONMAKERS HEEFT BEREIKT. WELKE WERDEN GENOEMD?
  • A. Meer loon, hogere eindejaarsuitkering, betere opleiding.
  • B. Meer loon, hogere eindejaarsuitkering, uitbetaling bij ziekte.
  • C. Betere schoonmaakmiddelen, betere opleiding en korter werken.
  • A.

Slide 4 - Diapositive

Vraag 3
  • ALS DE ONDERHANDELINGEN TUSSEN VAKBOND EN WERKGEVERS KLAAR ZIJN, WAT MOET ER DAN NOG GEBEUREN?
  • A. De regering moet de cao nog goedkeuren.
  • B. Alle directeuren van de schoonmaakbedrijven moeten de cao nog goedkeuren.
  • C. De leden van de vakbond die werkzaam zijn in de sector die onder de cao valt, en de achterban van de werkgeversorganisatie moeten er nog over stemmen.
  • C.

Slide 5 - Diapositive

Vraag 4
  • ELKE CAO HEEFT EEN LOOPTIJD, ZEG MAAR GELDIGHEIDSDUUR. MEESTAL WORDT VOORDAT DE LOOPTIJD VOORBIJ IS, BEGONNEN MET NIEUWE
  • ONDERHANDELINGEN. WAT DENK JE DAT ER GEBEURT ALS DE ONDERHANDELINGEN MISLUKKEN EN DELOOPTIJD VOORBIJ IS?
  • A. Dan mogen alle werkgevers zelf afspraken maken met hun personeel over zaken die normaal in de cao staan.
  • B. Dan wordt de looptijd van de oude cao verlengd.
  • C. Dan bepaalt de rechter alsnog wie de onderhandelingen heeft gewonnen.
  • B.

Slide 6 - Diapositive

Vraag 5
  • WE KENNEN IN NEDERLAND HET BEGRIP ‘ALGEMEEN VERBINDEND VERKLAREN’ VAN EEN CAO. WAT DENK JE DAT DIT BETEKENT?
  • A. Dat betekent dat een cao die tussen de vakbonden en de werkgeversorganisatie is afgesloten, voor alle bedrijven in de bedrijfstak geldt.
  • B. Dat betekent dat iemand die bij bedrijf A een bepaalde cao heeft, die cao als het ware meeneemt als hij bij een ander bedrijf gaat werken.
  • C. Dat betekent dat een bedrijf altijd dezelfde cao moet hebben.
  • A.

Slide 7 - Diapositive

Vraag 6
  •  WAT ZOU EEN VOORDEEL VOOR WERKNEMERS KUNNEN ZIJN VAN HET ALGEMEEN VERBINDEND VERKLAREN VAN EEN CAO?
  • A. Je loon wordt veel hoger.
  • B. Een stabiele arbeidsmarkt door minder concurrentie op afspraken en rechten in de betreffende sector.
  • C. Je kunt niet meer ontslagen worden
  • B.

Slide 8 - Diapositive

Vraag 7
  •  WAT ZOU EEN VOORDEEL VOOR WERKGEVERS KUNNEN ZIJN VAN HET ALGEMEEN VERBINDEND VERKLAREN VAN EEN CAO?
  • A. Zijn producten gaan hetzelfde kosten als die van de concurrent.
  • B. De arbeidsmarkt is stabiel, doordat er minder concurrentie.
  • C. Hij hoeft niet zelf te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden.
  • C.

Slide 9 - Diapositive

Vraag 8
  •  IS ER IN NEDERLAND SINDS 2000 MEER OF MINDER
  • GESTAAKT?
  • A. Ja.
  • B. Nee.
  • C. Dat kun je zo niet zeggen.
  • C.
  • het aantal stakingen kun je uitdrukken in verloren
  • arbeidsdagen. Dat varieerde tussen 2002 en 2012 tussen de
  • 245.000 (2002) en 5.000 (2009). Er zit zo veel variatie in dat
  • je niet kunt spreken van een stijging of daling.

Slide 10 - Diapositive