havo2 - Oefentoetsje Hfst 9

welkom klas 2HB
Planning
  • oefentoetsje 
  • starten 10.1? 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

welkom klas 2HB
Planning
  • oefentoetsje 
  • starten 10.1? 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefentoetsje
Hfst 9: Gezondheid

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Carla is op een feest en heeft drugs gebruikt. Ze zit vol energie en kan de hele nacht doordansen. Als ze om 8.00 uur 's ochtends thuiskomt gaat ze in bed liggen, maar het lukt haar niet om te gaan slapen.
Wat voor een soort middel heeft ze gebruikt?
A
verdovend
B
stimulerend
C
bewustzijnveranderend
D
zowel verdovend als bewustzijnveranderend

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Welk hormoon zorgt ervoor dat glucose wordt omgezet in glycogeen?
2. In welke twee organen wordt glycogeen opgeslagen?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveelheid suiker in het bloed
Hormoon dat ervoor zorgt dat glucose wordt omgezet in glycogeen
Ziekte door problemen bij de productie van en/of reactie op insuline
Belangrijkste suiker in het bloed
Reservestof die wordt opgeslagen in de lever en spieren
Hormoon dat glycogeen wordt omgezet in glucose
glucosegehalte
insuline
diabetes
glucose
glucagon
glycogeen

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk orgaan wordt aangegeven met letter A? Je kunt de afbeelding vergroten door er op te klikken.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke huidlaag liggen zweetklieren?
A
onderhuids bindweefsel
B
hoornlaag
C
lederhuid
D
kiemlaag

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er wanneer de warmte- en koudezintuigen in je huid voelen dat je lichaam afkoelt / opwarmt?
Opwarmen
Afkoelen

Bloedvaten verwijden
Bloedvaten vernauwen
Je gaat rillen
Je gaat zweten

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel verschillende antistoffen kan één witte bloedcel maken?
A
1
B
2
C
3 of meer
D
witte bloedcellen maken geen antistoffen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wordt ingeënt tegen het Coronavirus. Je krijgt een spuitje met daarin de antigenen van het virus zodat je lichaam kennis maakt met deze ziekteverwekker.
1. Hoe noemen we zo'n spuitje met antigenen?
2. Is dit actieve of passieve immunisatie?
A
1. vaccin 2. actieve immunisatie
B
1. serum 2. actieve immunisatie
C
1. vaccin 2. passieve immunisatie
D
1. serum 2. passieve immunisatie

Slide 11 - Quiz

Je zou ervoor kunnen kiezen om voor B en C 1 punt toe te kennen
Wat kan UV straling veroorzaken op de huid van mensen?
A
huidkanker
B
blaasjes
C
bruine huid

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de huid bij een hoge talgproductie?
A
De huid is hierdoor gemengd
B
De huid is hierdoor normaal
C
De huid is hierdoor droog
D
De huid is hierdoor vet

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je rookt elke dag. Je vindt het moeilijk om te stoppen omdat je dan niet meer samen met je vrienden gezellig buiten kunt staan. Op welke manier ben je dan afhankelijk van een genotmiddel?
A
lichamelijk afhankelijk
B
geestelijk afhankelijk
C
sociaal afhankelijk

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stof in een sigaret zorgt ervoor dat je conditie omlaag gaat omdat er minder zuurstof vervoerd wordt door je rode bloedcellen?
A
nicotine
B
koolstofmonoxide
C
teer
D
COPD

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin klopt niet?
A
door het drinken van alcohol heb je een grotere kans op slokdarmkanker
B
koffie is een stimulerend middel
C
vanaf je 18e mag je alcohol drinken omdat je hersenen dan volledig zijn ontwikkeld
D
blowen is verslavend

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoornlaag
Kiemlaag
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Incubatie
symptomen
diagnose
prognose

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypo - Hyper 
  • Hoge bloedsuiker bij diabetes
  1. hyper 
  2. te weinig insuline ingespoten 
  • lage bloedsuiker bij diabetes  
  1. hypo 
  2. te veel insuline ingespoten (of te weinig gegeten) 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions