§3 Druk: hogedrukgebied en lagedrukgebied

§3 Druk: hogedrukgebied en lagedrukgebied
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§3 Druk: hogedrukgebied en lagedrukgebied

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Entreeticket
  • Leerdoelen
  • Druk
  • Hogedrukgebied
  • Lagedrukgebied
  • Terugblik
Blz. 10 in het stencil

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
De leerling kan het begrip luchtdruk uitleggen.
De leerling kan uitleggen hoe luchtdruk gemeten wordt.
De leerling kan de kenmerken van het weer bij hoge en lage luchtdruk verklaren.
De leerling kan de windrichting op aarde uitleggen.
Blz. 10 in het stencil

Slide 3 - Diapositive

Entreeticket
  1. Wat is het verschil tussen wiskundige en thermische begrenzing?
  2. Waarom warmt het land sneller op dan de zee?
  3. Wat is het energiebalans?
Blz. 10 in het stencil

Slide 4 - Diapositive

De atmosfeer
Een oceaan van lucht die drukt op het aardoppervlak.
  • → zwaartekracht trekt luchtmolecules naar de aarde.
Blz. 10 in het stencil

Slide 5 - Diapositive

Luchtdruk
Lucht weegt niet veel, 1 liter lucht weegt 1,3 gram. Een luchtkolom in de atmosfeer heeft een gewicht en veroorzaakt daardoor een druk op het aardoppervlak.  De luchtdruk wordt gemeten met een barometer. Tegenwoordig is de eenheid hectoPascal (hPa) of millibar.
Blz. 10 in het stencil

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

lagedrukgebied - minimum (-)
  • Gebieden met weinig luchtdeeltjes
  • Formatie: hoge temperaturen + botsende winden
    Zomer:
  • hoge temperaturen + vochtig/regen
     Winter:
  • zachte winter + sneeuw/hagel

Blz. 10 in het stencil

Slide 9 - Diapositive

Hogedrukgebied - Maximum (+)
  • Gebieden met veel luchtdeeltjes
  • Formatie: Lage temperaturen
  • Weer: 
     Zomer: 
  • hoge temperaturen + droog
     Winter:
  • Lage temperaturen + droog
Blz. 10 in het stencil

Slide 10 - Diapositive

Evenwicht op aarde
Om in evenwicht te blijven bewegen luchtmoleculen uit het hoge drukgebied naar het lage druk gebied. Deze beweging noemen we wind.
Blz. 10 in het stencil

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Terugblik
  1. Neem een leeg A4 voor je en teken de luchtcellen horizontaal, waarbij links de noordpool is rechts de zuidpool en het midden de evenaar.
  2. Stijgende lucht zorgt voor een lagedrukgebied, waar dalende lucht voor een hogedrukgebied zorgt. Noteer bij de luchtcellen een L wanneer er een lagedrukgebied is en een H bij hogedrukgebieden. 
  3. Teken het te verwachte weerstype bij elke L en H.
  4. Leg uit waarom het in de tropen zo veel regent. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
  5. Hoe ontstaat wind? Je redenering moet de begrippen lagedrukgebied en hogedrukgebied bevatten.



Blz. 10 in het stencil

Slide 14 - Diapositive

Terugblik - antwoord
Blz. 10 in het stencil

Slide 15 - Diapositive

Terugblik
  • 4 - Het is er warm, de lucht zet daardoor uit en stijgt op (lagedrukgebied), bij het opstijgen koelt de lucht af (oorzaak), koude lucht kan minder vocht vasthouden, waterdamp gaat condenseren, er ontstaan wolken en uiteindelijk gaat het regenen (gevolg). 
  • 5 - Lucht waait van hoge naar lage druk. De lucht die in een lagedrukgebied naar boven toe verdwijnt, moet onder worden aangevuld, terwijl de lucht die in een hogedrukgebied van boven komt, onder moet worden afgevoerd.



Blz. 10 in het stencil

Slide 16 - Diapositive