Taal in je hoofd

Wat was jullie eerste woordje?
1 / 28
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat was jullie eerste woordje?

Slide 1 - Question ouverte

Een vroege taalontwikkeling is een voorbode van hoge intelligentie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Hoe meer ouders tegen hun kind praten, hoe sneller het taal verwerft.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

1. Voortalige periode
0-1 jaar

  • fonologie (experimenteren met klanken) 
  • brabbelfase

Slide 4 - Diapositive

2. Vroegtalige periode
1-2,5 jaar

  • woorden herkennen + zelf vormen
  • opbouwen woordenlijst
  • eenvoudige zinnen
  • vereenvoudiging

Slide 5 - Diapositive

2. Vroegtalige periode
Vereenvoudiging

  • Verkorten: onbeklemtoonde lettergrepen of letters uit clusters  (sch, br, str) vallen weg. 
  • Vb: wot (wortelen), baaf (braaf)
  • Herhaling beklemtoonde lettergreep of reduplicatie 
  • Vb: bobo (boterham) 
  • Gelijkgeschakelde medeklinkers / assimilatie
  • Vb.: banaan -> nanaan

Slide 6 - Diapositive

3. Differentiatiefase
2,5-5 j

  • Verbanden leggen tussen woorden
  • Uitbreiden woordenschat
  • Principe van de analogie toepassen
Vb.: fietste, gefietst -> werkte, gewerkt
! Overgeneralisatie
Vb.: *slaapte

Slide 7 - Diapositive

3. Differentiatiefase
2,5-5 j


  • Contaminatie; vb. strietje
  • Associatie; vb. appelsiensoep voor tomatensoep -> Taalcreatief (vb. een staanboot i.p.v. surfplank)
  • Woord vervangen door woord dat vertrouwder is; vb. kiwi's voor kieuwen

Slide 8 - Diapositive

4. Voltooiingsfase
5-9 j

  • Overgeneralisaties verdwijnen
  • Klanken moedertaal goed uitgesproken



Slide 9 - Diapositive

In welke fase treedt het voorbeeld op?

tatata
A
Voortalige fase
B
Vroegtalige fase
C
Differentiatiefase
D
Voltooiingsfase

Slide 10 - Quiz

In welke fase treedt het voorbeeld op?

waar melk?
A
Voortalige fase
B
Vroegtalige fase
C
Differentiatiefase
D
Voltooiingsfase

Slide 11 - Quiz

In welke fase treedt het voorbeeld op?

nanaan
A
Voortalige fase
B
Vroegtalige fase
C
Differentiatiefase
D
Voltooiingsfase

Slide 12 - Quiz

In welke fase treedt het voorbeeld op?

bal
A
Voortalige fase
B
Vroegtalige fase
C
Differentiatiefase
D
Voltooiingsfase

Slide 13 - Quiz

In welke fase treedt het voorbeeld op?

spetti (i.p.v. spaghetti)
A
Voortalige fase
B
Vroegtalige fase
C
Differentiatiefase
D
Voltooiingsfase

Slide 14 - Quiz

In welke fase treedt het voorbeeld op?

mama helpte daarmee
A
Voortalige fase
B
Vroegtalige fase
C
Differentiatiefase
D
Voltooiingsfase

Slide 15 - Quiz

In welke fase treedt het voorbeeld op?

gugugu
A
Voortalige fase
B
Vroegtalige fase
C
Differentiatiefase
D
Voltooiingsfase

Slide 16 - Quiz

In welke fase treedt het voorbeeld op?

vrienderen
A
Voortalige fase
B
Vroegtalige fase
C
Differentiatiefase
D
Voltooiingsfase

Slide 17 - Quiz

In welke fase treedt het voorbeeld op?

eenenhonderd
A
Voortalige fase
B
Vroegtalige fase
C
Differentiatiefase
D
Voltooiingsfase

Slide 18 - Quiz

In welke fase treedt het voorbeeld op?

staanboot (i.p.v. surfplank)
A
Voortalige fase
B
Vroegtalige fase
C
Differentiatiefase
D
Voltooiingsfase

Slide 19 - Quiz

Kritische noot
Begint taal bij de geboorte?
  

Slide 20 - Diapositive

3

Slide 21 - Vidéo

00:45
Wanneer begint het leren van je moedertaal?
A
Vanaf 12 weken zwangerschap
B
Vanaf 26 weken zwangerschap
C
Meteen na de geboorte
D
Vanaf 3 weken na de geboorte

Slide 22 - Quiz

01:19
Wat hoort een ongeboren baby waardoor hij de taal leert?
A
De stem van zijn moeder
B
Omgevingsgeluiden
C
Het ritme van de taal
D
Klanken

Slide 23 - Quiz

02:33
Wat hoort niet bij child directed speech?
A
langzamer spreken
B
herhalingen
C
wijzen
D
snelle berekeningen in de hersenen

Slide 24 - Quiz

Bron: https://www.ted.com/talks/patricia_kuhl_the_linguistic_genius_of_babies#t-68579

Slide 25 - Diapositive

Rol van volwassenen
Volwassenen praten vaak anders tegen een baby of een peuter dan tegen grotere kinderen of andere volwassenen. 

Zoek in de video typische kenmerken hiervan. 

Slide 26 - Diapositive

Geef een typisch kenmerk van de manier waarop volwassenen tegen baby's praten

Slide 27 - Question ouverte

Baby's horen
  • ritme
  • veelvoorkomende spraakklanken

Slide 28 - Diapositive