Herh. Rekenen aan reacties

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Herh. Rekenen aan reacties

Welk cijfer moet er op de plek van [a] en [b] staan?

1. a = 6 + b = 12
2. a = 3 en b = 9
3. a = 4 en b = 2
4. a = 6 en b = 6

Welk cijfer moet er op de plek van [a] en [b] staan?

1. a = 2 + b = 10
2. a = 3 en b = 5
3. a = 4 en b = 7
4. a = 2 en b = 8

Hoeveel gram ijzerchloride ontstaat bij de reactie van 10 gram ijzer?

1. 58 g
2. 29 g
3. 120 g
4. 16 g

De massaverhouding tussen ijzer en zwavel is 7 : 4. Hoeveel gram zwavel reageert er met 700 gram ijzer

1. 4 gram
2. 40 gram
3. 400 gram
4. 4000 gram

5 gram waterstof reageert met 40 gram zuurstof. Wat is de massaverhouding

1. 5 : 40
2. 1 :4
3. 1 : 8
4. 1 : 16

Wat is de massaverhouding bij de volgende reactie

....P+....O​2​​→...P​2​​O​5​​

1. 31 : 32: 63
2. 124 : 160 : 284
3. 31 : 16 : 92
4. 31 : 16 : 47

Wat is de massaverhouding?

N​2​​+3H​2​​→2NH​3​​

1. 28 : 6 : 34
2. 14 : 1 : 15
3. 28 : 2: 17
4. 14 : 3 : 17

14 g stikstof reageert met zuurstof zodat er 78 g stikstofdioxide ontstaat. Wat is de massaverhouding?

1. stikstof: zuurstof = 7:16
2. stikstof:zuurstof=14:39
3. stikstof:zuurstof = 7:39
4. stikstof:zuurstof=7:32

Koolstof reageert met zuurstof in de massaverhouding 12,0 : 32,0. Hoeveel gram koolstof reageert er met 45,0 g zuurstof?

1. 8,5 gram koolstof
2. 45,0 gram koolstof
3. 16,9 gram koolstof
4. 12,0 gram koolstof

waterstof en zuurstof reageren in massaverhouding 1:8. Heb ik te veel zuurstof als ik 4 gram waterstof laat reageren met 36 gram zuurstof?

1. Ja
2. ja, ik heb 4 gram te veel
3. nee, ik heb 0,5 gram waterstof te weinig
4. nee, ik heb 4 gram te weinig

Massaverhouding 1 calcium: 1,75 chloor

4 g calcium + 10 g chloor -> ?

1. 11 gram
2. 12 gram
3. 13 gram
4. 14 gram