3.3 neerslag

3.3 Neerslag, hier veel en daar weinig

Hoeveel soorten rondjes draait de aarde?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Een rondje om de zon duurt ... en zorgt voor ...?

1. 24 uur, dag en nacht
2. 24 uur, seizoenen
3. 1 jaar, dag en nacht
4. 1 jaar, seizoenen

Een rondje om zichzelf duurt ... en zorgt voor ...?

1. 24 uur, dag en nacht
2. 24 uur, seizoenen
3. 1 jaar, dag en nacht
4. 1 jaar, seizoenen

Filmpje opdracht afmaken

Eerst een script schrijven, laten controleren.

Filmpje van ongeveer 2 minuten.

-> Op welke twee manieren draait de aarde?

-> Wat gebeurd er door deze twee draaiingen?

-> Welke stand heeft de aarde? Recht of schuin?

-> Welke volgorde van seizoenen hebben we?

25 minuten de tijd om het af te maken!!

Waterkringloop

Kleine kringloop

Grote kringloop

Welke waterkringloop
wordt hier afgebeeld?

1. De korte waterkringloop
2. De lange waterkringloop

Welke waterkringloop
wordt hier afgebeeld?

1. De korte waterkringloop
2. De lange waterkringloop

Verdampen, condenseren en neerslag

Stijgingsregens

1. Water verdampt
2. Waterdamp stijgt op
3. Hoog in de lucht koelt de lucht af
4. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
5. Regen valt naar beneden

Stuwingsregen

1. Water verdampt
   
2. Waterdamp stijgt op
   
3. Wind neemt de waterdamp mee richting een berg
4. Hoog in de lucht koelt de lucht af
   
5. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
   
6. De wolken stuwen tegen de berg en regendruppels vallen.

Neerslag

Sneeuw

Gletsjer

Verdamping

Condensatie

Wolken

Grondwater

Water verandert in waterdamp wanneer de lucht...

1. warm is
2. koud is

Waterdamp verandert in druppeltjes (condens) wanneer de lucht...

1. koud is
2. warm is

Aan de slag 

• Opdrachten maken §3.3
• Zo ver als je kan komen
  
• Tot 12:40 de tijd
• Wat niet af is = huiswerk

Doelen behaald?

- Je kent het verschil tussen de korte en de lange kringloop van water en tussen stijgingsregen en stuwingsregen.

- Je begrijpt hoe regen ontstaat en hoe de waterkringloop werkt.