12.4 en 12.5 resorptie en regeling vd spijsvertering

12.4 resorptie &
12.5 regeling van de spijsvertering
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

12.4 resorptie &
12.5 regeling van de spijsvertering

Slide 1 - Diapositive

Dit leer je in deze presentatie...
  1. je kunt uitleggen wat resorptie is, om welke stoffen dit gaat en op welke plekken in het lichaam dit gebeurt.

  2. je kunt uitleggen hoe het verteringsstelsel wordt aangestuurd door zowel het hormoonstelsel als het zenuwstelsel.

  3. je kunt uitleggen wat het animale en autonome zenuwstelsel doet.

Slide 2 - Diapositive

Even aan de slag


Lees eerst 12.4 en 12.5 aandachtig door en ga daarna verder met deze presentatie

Slide 3 - Diapositive

12.4 Resorptie in de darmwand

Slide 4 - Diapositive

Wat voor soort transport is resorptie?
A
Actief, het kost energie
B
Passief, het kost energie
C
Actief, het kost geen energie
D
Passief, het kost geen energie

Slide 5 - Quiz

12.5 regeling
hormonen regelen o.a. het openen en sluiten van het maagportier/ productie alvleessap

zenuwstelsel werkt veel reflexmatig (autonome zenuwstelsel), zoals de peristaltische bewegingen, productie maagsap, aandrang om naar de wc te gaan

zindelijk worden = je autome zenuwstelsel (aandrang) onderdrukken met animale zenuwstelsel (ontlasting ophouden)

Slide 6 - Diapositive

In welke darm vindt de meeste resorptie van water plaats??
A
dunne darm
B
dikke darm

Slide 7 - Quiz

Je hebt als kind in je broek gepoept (niet expres). Welk zenuwstelsel heeft 'gewonnen'. Het animale of autonome zenuwstelsel?
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 8 - Quiz

De maagwand begint met maagsap productie zodra voedsel in de maag komt. Welk zenuwstelsel is hiervoor verantwoordelijk?
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 9 - Quiz

Dit heb je als het goed is geleerd...
  1. je kunt uitleggen wat resorptie is, om welke stoffen dit gaat en op welke plekken in het lichaam dit gebeurt. Resorptie is de opname van voedingsstoffen d.m.v. actief transport. Het gaat hierbij om alle verteringsproducten en gebeurt in de dunne en dikke darm. 

  2. je kunt uitleggen hoe het verteringsstelsel wordt aangestuurd door zowel het hormoonstelsel als het zenuwstelsel. Hormonen regelen bepaalde processen zoals het openen van de maagportier. Het zenuwstelsel werkt d.m.v. reflexen, zoals het produceren van speeksel bij het zien/ruiken van voedsel. 

  3. je kunt uitleggen wat het animale en autonome zenuwstelsel doet. Het animale zenuwstelsel gaat over alle processen waarop jijzelf invloed hebt (aanspannen spieren). Het autonome zenuwstelsel gaat over alle processen waarop jijzelf geen invloed hebt (hartslag, peristaltiek). 

Slide 10 - Diapositive

Nu komen vragen van het T2/I-niveau over het gehele hoofdstuk. Probeer deze eerst zelf te maken. Lukt dat niet, gebruik dan 10voorbiologie of het internet

Slide 11 - Diapositive

Waarom worden grote vetzuurketens niet direct opgenomen in het bloed maar eerst opgenomen in de lymfevaten?

Slide 12 - Question ouverte

Welke stoffen kunnen via de maagwand worden opgenomen?

Slide 13 - Question ouverte

In welke situatie zou je kiezen voor zetpillen en niet voor pillen voor oraal (doorslikken) gebruik?

Slide 14 - Question ouverte

Als iemand langdurig, veel alcohol binnenkrijgt, kan de afvoergang van de alvleesklier afgesloten raken. Producten van de alvleesklier blijven dan in de alvleesklier achter en veroorzaken daar beschadiging van het alvleesklierweefsel. Waardoor wordt deze beschadiging veroorzaakt?
A
door enzymmoleculen
B
door hormoonmoleculen
C
door glucosemoleculen

Slide 15 - Quiz

In tropische landen hebben veel toeristen last van reizigersdiarree. Een toerist wordt bijvoorbeeld
via het voedsel besmet met voor zijn lichaam onbekende bacteriën.
Er zijn dan niet direct voldoende hoeveelheden antistoffen in zijn lichaam aanwezig, zodat de
bacteriën zich kunnen vermeerderen en diarree veroorzaken.
Patiënten met reizigersdiarree kunnen hierdoor snel uitdrogen, vooral als ze geen extra water
drinken. Tegenwoordig kan men antistoffen tegen deze bacteriën uit melk van op een bepaalde manier
behandelde koeien. Een injectie met deze antistoffen kan een toerist gedurende enige tijd
tegen deze hinderlijke ziekteverschijnselen beschermen.
--> Waardoor droogt een patiënt met reizigersdiarree snel uit?
A
doordat bij elke besmetting koorts ontstaat, waardoor de patiënt veel vocht verliest door verdamping.
B
doordat de bacteriën water verbruiken, zodat voor de patiënt niet meer voldoende beschikbaar is.
C
doordat veel vocht met de ontlasting verloren gaat.

Slide 16 - Quiz

Aan de slag
  • maken en nakijken t/m 12.5
  • maken begrippenlijst 12.4 en 12.5

  • Eerder klaar of extra uitleg/oefening? Ga naar 
    https://biologiepagina.nl/Havo4/N6Vertering/inleiding.htm

Zie volgende slide voor de laatste slide

Slide 17 - Diapositive

Lever hier foto's van het gemaakte werk van 12.4 en 12.5 in + de begrippenlijsten van 12.4 en 12.5

Slide 18 - Question ouverte