Regles de prononciation

Doel van deze les
Er komen enkele belangrijke uitspraakregels voorbij


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Doel van deze les
Er komen enkele belangrijke uitspraakregels voorbij


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive



1. over het algemeen hoor je de -e aan het einde van een woord niet. exemple: l'école...
2. De -s van meervoud hoor je ook niet. exemple: tables, enfants...
3. over het algemeen hoor je de eindmedeklinkers van een woord niet. exemple: grand, méchant, beaucoup, deux, nez, blanc...

Attention ! 
Tout le monde                                   Un grand bol
Toute une série                                 Une grande femme







Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

2. klinkers
  1. ou --> bonjour --> oe
  2. oi --> trois --> wa
  3. au --> jaune --> oo
  4. ai --> maison --> è
  5. oeu/eu --> oeuf/jeu --> eu
  6. ui --> suis --> wie

Slide 6 - Diapositive

3. Le C: zacht of hard uitgesproken?
overleg in tweetallen hoe je dit uitspreekt
citron
couleur
cadeau
café
centre

Slide 7 - Diapositive

C zacht = [s]
+e, i, y

C hard = [k]
+a, o, u

Slide 8 - Diapositive

4. Les verbes= de werkwoorden

Slide 9 - Diapositive

Koppel de werkwoorden met dezelfde uitspraak aan elkaar
Zelfde uitspraak
Il a regardé
Tu regardes
Je regarde
Elles regardent
Nous regardons

Slide 10 - Question de remorquage

De -e, -es, -ent
 spreek je allemaal op dezelfde manier uit !
je regarde, tu regardes, ils regardent

Slide 11 - Diapositive

Koppel de werkwoorden met dezelfde uitspraak aan elkaar
Zelfde uitspraak
Il a regardé
Tu regardes
regarder
Nous regardons
Vous regardez

Slide 12 - Question de remorquage

De -er, , -ez
 spreek je op dezelfde manier uit !
regarder, il a regardé, vous regardez

Slide 13 - Diapositive

Encore quelques règles
  • t + ion --> s
Ex: information, exception...
Sauf: question 

  • qu --> k
Ex: que, question...
Sauf : quiz (kw)

  • ch --> sh
Ex: chien, chat...

Slide 14 - Diapositive

neusklanken
un bon vin blanc

Slide 15 - Diapositive

neusklanken
klinker + m, n =neusklank l’ombre, Berlin, le plan, Rouen, grand, bon, impossible

Slide 16 - Diapositive

6. Les liaisons= de verbindingen: neem over
· Il a dix ans.    · Des amis.
· Ils ont une grande maison.

In het Frans worden woorden vaak verbonden (liaison). Dat gebeurt o.a. wanneer het eerste woord op een 's' 'd' of ‘t’ eindigt en het volgende woord met een klinker of stomme h begint. 






Slide 17 - Diapositive

Zet de uitspraak (blauw) bij de juiste letter (rood).
E
G
H
J
W

ZJEE

UH

DOEBLE VEE

ZJIE

ASJ

Slide 18 - Question de remorquage

entre bleu (masculin) et bleue (féminin), la prononciation est...
A
identique
B
différente

Slide 19 - Quiz

entre vert (masculin) et verte (féminin), la prononciation est...
A
identique
B
différente

Slide 20 - Quiz

entre gris (masculin) et grise (féminin), la prononciation est...
A
identique
B
différente

Slide 21 - Quiz

entre blanc (masculin) et blanche (féminin), la prononciation est...
A
identique
B
différente

Slide 22 - Quiz