8.2 Ideologieën en politieke stromingen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Leg het verband uit tussen de democratische revoluties en de opkomst van nieuwe politieke stromingen in de 19e eeuw zoals het liberalisme en het nationalisme

Noem 2 uitgangspunten van het conservatisme

Noem 4 uitgangspunten van het liberalisme

Wat was de grondgedachte van het nationalisme?

1. recht op een soeverein
2. gelijkheid
3. strijden voor je landsheer
4. recht op een eigen staat

In hoeverre heeft het marxisme zijn eigen theorie (dat er een klassenloze maatschappij zou ontstaan) weten te ondermijnen?

Na de dood van Marx ontstond een richtingenstrijd. Welke?

Leg uit dat Marx een voorbeeld is van het kenmerkend aspect dat in deze paragraaf centraal staat

Leg met 2 voorbeelden uit dat de afspraken op het Congres van Wenen (1814-1815) tot doel had om de situatie van voor de Franse Revolutie te herstellen (restauratie)

Welk verband is er te noemen tussen industrialisatie en de groeiende politieke en economische macht van de burgerij?

Geef twee voorbeelden van geslaagde revoluties tegen autoritaire monarchieën in de 19e eeuw

Leg uit waardoor het marxisme en nationalisme elkaars 'aartsvijanden' waren

Je kunt het liberalisme zien als erfgenaam van de verlichting en als reactie op het absolutisme. Leg beide verbanden uit!