Les over de Exploitatiebegroting

Les over de Exploitatiebegroting
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les over de Exploitatiebegroting

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de term omzet uitleggen.
  • Aan het einde van de les kun je de inkoopwaarde van de omzet uitleggen.
  • Aan het einde van de les kun je de verschillende kosten van een bedrijf beschrijven.
  • Aan het einde van de les kun je het verschil tussen brutowinst en bedrijfsresultaat uitleggen.
  • Aan het einde van de les kun je oefeningen over exploitatiebegroting oplossen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over de exploitatiebegroting?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg over omzet
  • Omzet is de totale geldwaarde van de verkochte goederen of diensten in een bepaalde periode.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inkoopwaarde van de omzet
  • De inkoopwaarde van de omzet zijn de kosten van de goederen die zijn verkocht om de omzet te realiseren.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende kosten in een bedrijf
  • Bespreek de verschillende kosten die een bedrijf kan hebben.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil tussen brutowinst en bedrijfsresultaat
  • Brutowinst is het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet.
  • Bedrijfsresultaat is het resultaat dat overblijft nadat alle bedrijfskosten van de brutowinst zijn afgetrokken.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefeningen over exploitatiebegroting
  • Los oefeningen op om je begrip van de exploitatiebegroting te versterken.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitielijst
  • Omzet: De totale geldwaarde van de verkochte goederen of diensten in een bepaalde periode.
  • Inkoopwaarde van de omzet: De kosten van de goederen die zijn verkocht om de omzet te realiseren.
  • Brutowinst: Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet.
  • Bedrijfsresultaat: Het resultaat dat overblijft nadat alle bedrijfskosten van de brutowinst zijn afgetrokken.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.