Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6

Hst 1Een bedrijf van dichtbij (2)
Administratie
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hst 1Een bedrijf van dichtbij (2)
Administratie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert wat  de bruto verkoopprijs is
  • Je leert wat btw is
  • Je leert wat de netto verkooprijs is
  • Je leert wat de brutowinst opslag is
  • Je leert wat omzet is
  • Je leert wat bedrijfskosten zijn
  • Je leert wat bruto en nettowinst is

Slide 2 - Diapositive

Wat is het verschil tussen bruto en netto winst

Slide 3 - Carte mentale

WINST
Winst:

Geld dat je overhoudt nadat je alles hebt betaald.
Dit heet ook wel Netto-winst


Slide 4 - Diapositive

CONSUMENTENPRIJS
Consumentenprijs:


De prijs die de klant betaald in de winkel (inclusief BTW)
Dit heet ook wel
Bruto-verkoopprijs


Slide 5 - Diapositive

BTW
Belasting Toegevoegde Waarde (BTW):


Geld dat het bedrijf aan de belastingdienst moet betalen.
Dit heet ook wel omzetbelasting

0% Export
9% levensmiddelen
21% Non Food

Slide 6 - Diapositive

schema prijsopbouw

Slide 7 - Diapositive

schema winstopbouw

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld
IPhone inkoop                                                                                            € 220,00
Bruto-winstopslag          (150% van € 220 =)                                   € 330,00
verkoopprijs  (netto verkoopprijs)                                                     € 550,00 

BTW 21%                                (550:100x21)                                             € 115,50
Bruto-verkoopprijs  (consumentenprijs                                         €  665,50
 

Slide 9 - Diapositive

De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de artikel is € 12,50. Wat is de omzet van de maand mei.
A
€30.000
B
€ 32.000
C
€ 35.000
D
€ 31.250

Slide 10 - Quiz

De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de artikel is € 12,50. De gem. inkoopprijs is € 7,50. Wat is de bruto winst van de maand mei.
A
€ 7.500
B
€ 10.00
C
€ 12.500
D
€ 15.000

Slide 11 - Quiz

De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de artikel is € 12,50. De gem. inkoopprijs is € 7,50. Daarnaast betaald List en bedrog € 10.000 aan kosten. Wat is de netto winst van de maand Mei
A
-€ 2500
B
€ 2.500
C
€ o
D
€ 5000

Slide 12 - Quiz

Een ander woord voor afzet =
A
omzet
B
verkoopprijs
C
aantal verkochte artikelen
D
inkoopwaarde

Slide 13 - Quiz

Ankone BV heeft een goede maand Juni gehad. De volgende gegevens zijn bekend; omzet = € 45.000, De inkoopwaarde van de omzet bedroeg € 25.000 en de bedrijfskosten waren € 15.000. Wat is de bruto winst?
A
€ 20.000
B
€ 5.000
C
€ 30.00
D
€ 10.000

Slide 14 - Quiz

Ankone BV heeft een goede maand Juni gehad. De volgende gegevens zijn bekend; omzet = € 45.000, De inkoopwaarde van de omzet bedroeg € 25.000 en de bedrijfskosten waren € 15.000. Wat is de Netto winst?
A
€ 5.000
B
€ 20.000
C
€ 10.000
D
€ 15.000

Slide 15 - Quiz

De inkoopprijs van een I phone is € 300. De brutowinstmarge is 400%. Bereken de verkoopprijs
A
€ 400
B
€ 700
C
€ 1200
D
€ 1500

Slide 16 - Quiz

De kostprijs van een spijkerbroek is
€ 15. De verkoopprijs van een spijkerbroek is € 50. Bereken de kostprijs in procenten van de verkoopprijs.
A
10%
B
20%
C
30%
D
50%

Slide 17 - Quiz

Saim B.V. Heeft een omzet van 1.200.000. De inkoopwaarde bedroeg. 600.000. De bedrijfskosten bedroegen 450.000.
Wat is de brutowinst
A
€ 1.200.000
B
€ 1.000.000
C
€ 600.000
D
€ 450.000

Slide 18 - Quiz

Saim B.V. Heeft een omzet van 1.200.000. De inkoopwaarde bedroeg. 600.000. De bedrijfskosten bedroegen 450.000.
Wat is de Netto winst?
A
€ 1.200.000
B
€ 1.000.000
C
€ 600.000
D
€ 150.000

Slide 19 - Quiz

Coen koopt voor € 2,99 een doosje frambozen (inc 9% btw). Wat is de verkoopprijs exclusief btw
A
2,47
B
3,17
C
2,74
D
3,62

Slide 20 - Quiz

Yoshua koop een nieuwe scooter voor € 2460. Dit is de verkoopprijs excl btw. Hoeveel is de consumentenprijs
A
€ 2607,60
B
€ 2976,60
C
€ 2320,75
D
€ 2033,06

Slide 21 - Quiz