Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3V vertaling voorzetsels
lastige voorzetsels
stencils blz. 2 t/m 4
bei of zu?
vor of für?
durch of von?
1 / 11
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
11 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
lastige voorzetsels
stencils blz. 2 t/m 4
bei of zu?
vor of für?
durch of von?
Slide 1 - Diapositive
bij: bei of zu?
bei
als er sprake is van een
RUSTTOESTAND
:
Amstelveen ligt
bij
Amsterdam. Amstelveen liegt
bei
Amsterdam.
Woont hij nog
bij
zijn ouders? Wohnt er noch
bei
seinen
Eltern?
zu
als er sprake is van een
BEWEGING
:
Jens ging
bij
ons zitten. Jens setzte sich
zu uns
.
Ik heb het
bij
de boeken gelegd. Ich habe es
zu den
Büchern gelegt.
bei = +3
zu = +3
Slide 2 - Diapositive
naar: nach, in of zu?
nach
:
1. geografische bestemmingen:
nach
Berlin,
nach
Frankreich,
nach
Harderwijk
2. richtingen:
nach
Hause,
nach
links,
nach
oben
3. als het geen richting uitdrukt:
Es riecht hier
nach
Kamille. Er sehnt sich
nach
den Ferien.
nach = +3
Slide 3 - Diapositive
naar: nach, in of zu?
in
:
1. bij geografische namen met een lidwoord:
in die
Schweiz fahren,
in der
Schweiz Urlaub machen
2. letterlijk naar binnen gaan:
in die
Disko gehen,
ins
Kino gehen,
in die
Schule gehen
3. vaste uitdrukkingen:
ins
Bett gehen,
in die
Stadt gehen
in = +3/+4
Slide 4 - Diapositive
naar: nach, in of zu?
zu
:
1. personen:
zu
meiner
Freundin,
zu dem
Opa,
zu einem
Freund
2. alle overige gevallen:
zu dem/zum
Supermarkt,
zum
Post
ook: zu Hause = thuis
zu = +3
Slide 5 - Diapositive
naar: nach, in of zu?
LET OP:
in die
Schule gehen = het gebouw ingaan
zu der/zur
Schule gehen = er naartoe gaan
Als je ergens heen gaat, krijgt het keuzevoorzetsel
in
de 4e naamval!
Slide 6 - Diapositive
door: von of durch?
durch:
1. in de letterlijke betekenis van ‘door’, ergens doorheen:
durch den
Tunnel fahren
2. oorzaak of middel:
durch ein
Erdbeben,
durch seine
Hilfe
3. via:
etwas
durch
den
Mikrofon sagen
durch = +4
Slide 7 - Diapositive
door: von of durch?
von:
1. in lijdende zinnen: iets wordt door
iemand
gedaan:
Sie wurde
von der
Polizei verhaftet.
Er wird
von seinen
Eltern abgeholt.
von = +3
Slide 8 - Diapositive
voor: für of vor
vor
1. tijd: klok
es ist zehn
vor
vier (15.50)
2. tijd: geleden
er war
vor
3 Jahren, dass...
3. plaats: zich voor iets bevinden :
Der Baum steht
vor
dem Haus.
vor = +3
Slide 9 - Diapositive
voor: für of vor
für
1. bestemd voor iets/iemand, ergens voor zijn:
es ist
für
meine Mutter; ich habe es
für
den Hund gekauft. Ich bin
für
den Plan heute Spaghetti zu essen.
2. bepaalde periode:
ich habe das Auto für eine Woche gemietet (dus een week lang gehuurd)
für = +4
Slide 10 - Diapositive
op: an of auf?
an:
bij dagen of data:
op zaterdag
am
Samstag
op 19 juni
am
19. (neunzehnten) Juni
auf
in alle andere gevallen:
Wie lange hast du
auf
Emma gewartet?
Dein Handy liegt
auf
dem
Tisch.
an = +3/+4
auf = +3/+4
Slide 11 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Anne Frank, das Hinterhaus
Septembre 2022
- Leçon avec
13 diapositives
par
Anne Frank House
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
Vertaling voorzetsels
Avril 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
De Voorzetsels naar, door & voor in het Duits
Mars 2024
- Leçon avec
43 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
18-05 5V Kapitel 4 Grammatik B B
Mai 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Betekenisverschil voorzetsels
Octobre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
12april: 5 vwo grammatica B,C en D
Avril 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
10april 2024: 5 vwo grammatica B,C en D
Avril 2020
- Leçon avec
41 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Übersetzung Voorzetsels bij, door, naar, tot, van en voor
Mars 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5