Introductie theater en opdracht

Taal & Cultuur
Theater, wat en waarom?
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 14 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Taal & Cultuur
Theater, wat en waarom?

Slide 1 - Diapositive

Waarom hebben we het over theater?

Jullie gaan zelf een scene schrijven en spelen.
De theaterscene moet elementen bevatten van jullie onderzoek naar verschillende landen.

Slide 2 - Diapositive

Hoe doe je dat, theater?
Jullie leren deze les over verschillende functies van theater
Jullie leren in deze les verschillende vormen van theater kennen
Jullie leren in deze les een stukje improviseren
en...
jullie gaan brainstormen over jullie eigen theaterscene!

Slide 3 - Diapositive

Wat is theater?
Theater is een kunstvorm, waarbij één of meer personen acteren voor publiek

Slide 4 - Diapositive

4 functies van theater
Er zijn 4 functies van theater in de maatschappij:

  1. INFORMEREN/LEREN: bijv. educatief kindertheater over dieren
  2. AMUSEREN: bijv. vertellen van een mop voor de klas
  3. OVERTUIGEN (mening): bijv. maatschappij- kritisch cabaret
  4. OVERHALEN (doen): bijv. een reclame

Slide 5 - Diapositive

Jullie zien zo fragmenten, waarbij de vraag is wat de functie is.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
Informeren/leren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
Informeren/leren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
Informeren/leren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
Informeren/leren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

4 functies van theater
  1. Informeren/leren
  2. Amuseren
  3. Overtuigen
  4. Overhalen 

Slide 16 - Diapositive

Waar is theater?
In de schouwburg
Op televisie
Op internet
Op locatie 
(Openluchttheater)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Theatervormen
Een regisseur kan verschillende theatervormen gebruiken in zijn voorstelling.

Het is allemaal theater, toneel is overduidelijk aanwezig, maar het ACCENT ligt ergens anders. 

Muziektheater, Bewegingstheater, Danstheater, Teksttoneel

Slide 19 - Diapositive

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Theatervorm:
(Panto)Mime
  • Geen tekst. 
  • Acteurs gebruiken alleen lichaamstaal, gebaren en mimiek om een verhaal uit te beelden.
  • Vertelpantomime: een verhaal
    wordt verteld en daarnaast
    uitgebeeld.

Slide 22 - Diapositive

Theatervorm:
Slapstick

  • Fysieke komedie waarin lichamelijke acties de hoofdrol spelen.
  • Kenmerken: veel gooi- en smijtwerk, ongelukken, gevechten en achtervolgingen.
  • Charlie Chaplin, Tom & Jerry, Home Alone, Mr. Bean

Slide 23 - Diapositive

Nog 2 filmpjes van 
fysiek theater...

Wat herken je?
(Panto)mime, Vertelpantomime, Slapstick

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Theatervorm:
Poppenspel

  • Poppen hebben een rol in de voorstelling
  • Handpoppen, marionetten, stokpoppen, enz.

Slide 29 - Diapositive

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Theatervorm:
Performance

  • Kunstvorm die elementen van theater, muziek en beeldende kunst combineert.
  • Een publiek optreden van een kunstenaar, vaak een speciale act.
  • Vaak kort.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Deze belangrijkste theatervormen (her)ken je nu:


(Vertel-) (Panto)mime
Slapstick
Tragedie
Komedie
Musical
Poppenspel
Performance

Slide 34 - Diapositive

Overige theatervormen
Op de volgende dia moet je de juiste theatervorm en de bijpassende afbeelding naar elkaar toeschuiven. 

Succes!

Slide 35 - Diapositive

Schimmenspel
Maskerspel
Hoorspel
Soap
Cabaret

Slide 36 - Question de remorquage

Slide 37 - Vidéo

Welke theatervorm(en) herkende je in 'Woef Side Story'?
A
Schimmenspel
B
Musical
C
Mime
D
Poppenspel

Slide 38 - Quiz

Theatervorm:
Absurdisme

  • Iets wat absurd is, kan eigenlijk niet. 
  • Heeft geen logische verhaallijn, niet kloppende gebeurtenissen en vreemde personages. 
  • Vaak bedoeld om te laten zien dat het
    leven zinloos is.
  • Alice in Wonderland

Slide 39 - Diapositive

Wat is er absurdistisch aan het volgende fragment?

Dit meisje heeft een fantasievriendje, Otto. Ze speelt verstoppertje met hem in een café. 

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo