Theater les 1 CKV Klas 4

Theater,
wat en waarom?


1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Theater,
wat en waarom?


Slide 1 - Diapositive

Waarom hebben we het over theater?

Jullie gaan uiteindelijk zelf een scene schrijven!
De theaterscene moet elementen bevatten van de lessen die jullie krijgen de komende weken.

Slide 2 - Diapositive

Hoe doe je dat, theater?
Jullie leren deze les over verschillende functies van theater

Jullie leren in deze les verschillende vormen van theater kennen

volgende week gaan we improviseren, als we tijd hebben doen we dit vandaag ook!

Slide 3 - Diapositive

Wat is theater?
Theater is een kunstvorm, waarbij één of meer personen acteren voor publiek

Slide 4 - Diapositive

4 functies van theater
Er zijn 4 functies van theater in de maatschappij:
  1. INFORMEREN/LEREN: bijv. educatief kindertheater over dieren
  2. AMUSEREN: bijv. vertellen van een mop voor de klas
  3. OVERTUIGEN (mening): bijv. maatschappij- kritisch cabaret
  4. OVERHALEN (doen): bijv. een reclame

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

4 functies van theater
  1. Informeren/leren
  2. Amuseren
  3. Overtuigen
  4. Overhalen 

Slide 8 - Diapositive

Waar is theater?
In de schouwburg
Op televisie
Op internet
Op locatie 
(Openluchttheater)

Slide 9 - Diapositive

Theatervormen
Een regisseur kan verschillende theatervormen gebruiken in zijn voorstelling.

Het is allemaal theater, toneel is overduidelijk aanwezig, maar het ACCENT ligt ergens anders. 

Muziektheater, Bewegingstheater, Danstheater, Teksttoneel

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Theatervorm:
(Panto)Mime
  • Geen tekst. 
  • Acteurs gebruiken alleen lichaamstaal, gebaren en mimiek om een verhaal uit te beelden.
  • Vertelpantomime: een verhaal
    wordt verteld en daarnaast
    uitgebeeld.

Slide 12 - Diapositive

Theatervorm:
Slapstick

  • Fysieke komedie waarin lichamelijke acties de hoofdrol spelen.
  • Kenmerken: veel gooi- en smijtwerk, ongelukken, gevechten en achtervolgingen.
  • Charlie Chaplin, Tom & Jerry, Home Alone, Mr. Bean

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Theatervorm:
Poppenspel

  • Poppen hebben een rol in de voorstelling
  • Handpoppen, marionetten, stokpoppen, enz.

Slide 15 - Diapositive

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Theatervorm:
Performance

  • Kunstvorm die elementen van theater, muziek en beeldende kunst combineert.
  • Een publiek optreden van een kunstenaar, vaak een speciale act.
  • Vaak kort.

Slide 18 - Diapositive

Theatervorm:
Absurdisme

  • Iets wat absurd is, kan eigenlijk niet. 
  • Heeft geen logische verhaallijn, niet kloppende gebeurtenissen en vreemde personages. 
  • Vaak bedoeld om te laten zien dat het
    leven zinloos is.
  • Alice in Wonderland

Slide 19 - Diapositive

Wat is er absurdistisch aan het volgende fragment?

Dit meisje heeft een fantasievriendje, Otto. Ze speelt verstoppertje met hem in een café. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo