spreken en bespreken schrijftoets

Lezen 
timer
30:00
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 200 min

Éléments de cette leçon

Lezen 
timer
30:00

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat was er gebeurd met die auto?

Slide 3 - Carte mentale

Schrijf 4 regels bij de foto. Een nieuwsbericht.

Slide 4 - Question ouverte

De schrijftoets
bespreken

Slide 5 - Diapositive

De rabbi en de geit

Slide 6 - Diapositive

vol

Slide 7 - Diapositive

gek

Slide 8 - Diapositive

rabbi

Slide 9 - Diapositive

rust

Slide 10 - Diapositive


Als je dat al weet, dan ga je even zelfstandig werken met de werkbladen of met DISK. Een aantal kunnen de toets voor DISK maken.

Slide 11 - Diapositive

meervoud
Ik weet wanneer ik -s, -'s-en gebruik in het meervoud.

Slide 12 - Diapositive

hoor je ǝ ?
Hoor je ǝ in de laatste lettergreep dan is het meervoud + s.
1 lepel
5 lepels

Slide 13 - Diapositive

meervoud +s
Is de laatste klank van het woord een klinker dan is het meervoud +s.

Slide 14 - Diapositive

meervoud met -s
haven -> havens (+s)
baby -> baby's (+'s)
(Bij woorden die eindigen op klinkers of de y)
tv -> tv's (+'s)
(Afkortingen)

Slide 15 - Diapositive

meervoud met -s

Slide 16 - Diapositive

hoor je geen ǝ ?
Hoor je geen ǝ in de laatste lettergreep dan is het meervoud +en.
1 bloem
5 bloemen

Slide 17 - Diapositive

meervoud met -en
deur -> deuren   (+en)
tas -> tassen    (+sen)
poot -> poten    (-o+en)
golf -> golven    (f=v+en)
vaas -> vazen    (s=z+en)

Slide 18 - Diapositive

meervoud +en

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Enkelvoud (singularis) of Meervoud (pluralis)?
Tekst

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Wat is het meervoud van:
de sok
A
de soks
B
de sok's
C
de sokken
D
het sokken

Slide 26 - Quiz

Wat is het meervoud van
'de leerling'?
A
de leerlinggen
B
de leerlingen

Slide 27 - Quiz

Wat is het meervoud van:
roos
A
roosen
B
rosen
C
rozen
D
roozen

Slide 28 - Quiz

Wat is het meervoud van:
fiets
A
fietzen
B
fietsen
C
fietssen
D
fietss

Slide 29 - Quiz

Wat is het meervoud van:
kat
A
katten
B
katen
C
kats
D
kaaten

Slide 30 - Quiz

Wat is het meervoud van:
laars
A
larsen
B
laarzen
C
laarsen

Slide 31 - Quiz

Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 32 - Quiz

Meervoud
Iedereen krijgt 20 post-its. Ga zo snel mogelijk de post-its plakken op verschillende voorwerpen. Schrijf op de post-it wat het is en gebruik daarbij het juiste lidwoord en noteer het meervoud.


'De stoel-de stoelen '

Slide 33 - Diapositive

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema 'bellen en mailen'. Klaar? Begin aan grammatica.


Slide 34 - Diapositive

5

Slide 35 - Vidéo

Zelfstandig werken
DISK, DIGLIN of Werkbladen

Slide 36 - Diapositive

dobbelsteen
1. Schrijf je in bij de sportschool
2. Verkoop iets
3. Vertel wie jij bent, wat je kan en welk werk je wil doen.
4. In het restaurant
5. Bij de dokter
6. In de kledingwinkel
Bij de dokter
In de winkel
Verkoop iets
In het restaurant

Slide 37 - Diapositive

00:18
Waarom schaapjes tellen?

Slide 38 - Diapositive

00:33
Waarom werkt het schaapjes tellen niet?
A
Hij wilde naar zijn werk.
B
Zijn wekker ging steeds af.
C
Hij heeft de hele nacht geteld.
D
Hij kon niet tellen.

Slide 39 - Quiz

00:50
Wat laat mevrouw vallen?

Slide 40 - Question ouverte

01:49
hooligan
Wildplassen
heggeschaar
Hoe komt deze mevrouw aan het geld?

Slide 41 - Carte mentale

00:18
Wat moet meneer Akkermans tellen?

Slide 42 - Carte mentale

Party en Taal


  • Omschrijven
  • Uitbeelden
  • Tekenen


Slide 43 - Diapositive