1hv- Les 5 P1 - vraagwoorden en handig zinnetjes

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

   Deutsch!    

1hv2 

Les 5

Heute

Voorbereiding les 3:

Maken: Schritt 3

Wat te doen na les 3?

Maken: Schritt 4 & 5

Leren: Woordjes

Wat is JIJ in het Duits?

1. ju
2. du
3. er
4. ihr

Wat is JULLIE in het Duits?

1. ich
2. du
3. er
4. ihr

Wat is ZIJ in het Duits?

1. sie
2. du
3. er
4. ihr

 Hoofdletters in het Duits

• Aan het begin van de zin. 
• Namen: van bijvoorbeeld mensen, aardrijkskundige namen, maar ook van de dagen en maanden
• zelfstandig naamwoorden
  

vraagwoorden

Zoek de juiste vraagwoorden bij elkaar!

hoe?

waar?

waarvandaan?

wat?

wie?

wanneer?

wann?

woher?

wie?

wo?

Was?

wer?

wanneer - ................. kommt der Bus?

1. Woher
2. Wann
3. Wohin
4. Wer

Hoe heet jij - ...... heißt du?

1. wo
2. wie
3. was
4. wer

Waar is hier een supermarkt?
...... ist hier ein Supermarkt?

1. wer
2. wie
3. wo
4. wohin

Wie is dat? - ... ist das?
Das ist Herr Karstenberg.

1. Wer
2. Wie
3. Welche
4. Was

Wat zegt u? ....... sagen Sie?

1. wer
2. warum
3. was
4. wie

Wat kun je zeggen als je weggaat?

1. Tschüs
2. Moin
3. Auf Wiedersehen
4. Haudu

Hoe zeg je: welke hobby's heb jij?

1. Welche Hobbys hast du?
2. Wie viele Hobbys haben Sie?
3. Was hobbys hat er?
4. Welcke Hobbys hat sie?

Welche Hobbys hast du?

WIE BITTE?

altijd goed om te zeggen als je iets niet weet