Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
De brug - Spelling
2 vwo
September 2022
Slide 1 - Diapositive
Lesopbouw
- Mediatheekbezoek
- Boek lezen
- Leerdoelen spelling
- Herhaling spelling
- Opdrachten maken
- Afronden
Slide 2 - Diapositive
Mediatheekbezoek
We gaan met z'n allen naar de mediatheek. Je kunt daar een boek uitkiezen. Het moet een boek zijn van minimaal nivaeau 1. Als je een boek hebt gekozen, laat je het aan mij zien.
Slide 3 - Diapositive
Lezen
Ga tien minuten in je leesboek lezen.
timer
10:00
Slide 4 - Diapositive
Herhaling spelling - leerdoelen
Ik kan hoofdletters op de correcte manier gebruiken.
Ik kan een punt, vraagteken, uitroepteken, dubbele punt en aanhalingsteken op de correcte manier gebruiken.
Ik kan uitleggen wat een directe en indirecte rede is.
Ik kan een directe en indirecte rede gebruiken.
Ik kan van een zelfstandig naamwoord een verkleinwoord maken.
Ik kan verkleinwoorden op de correcte manier spellen.
Ik kan van een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud een zelfstandig naamwoord in het meervoud maken.
Ik kan het meervoud van een zelfstandig naamwoord op de correcte manier spellen.
Ik kan bijvoeglijke en stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden op de correcte manier spellen.
Slide 5 - Diapositive
Klascode 2a1
unhee
Slide 6 - Diapositive
Wanneer gebruik je een hoofdletter? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Slide 7 - Question ouverte
Wanneer gebruik je geen hoofdletter aan het begin van de zin?
Slide 8 - Question ouverte
Welke leestekens gebruik je bij een directe rede (citaat)?
Slide 9 - Question ouverte
Wanneer gebruik je een komma? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het verkleinwoord van 'kano'?
A
kanotje
B
kanootje
C
kannotje
D
kaanootje
Slide 11 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van 'café'?
A
cafetje
B
cafétje
C
cafeetje
D
caffeetje
Slide 12 - Quiz
Wat is het meervoud van 'bacterie'?
A
bacterieën
B
bacterien
C
bacterieen
D
bacteriën
Slide 13 - Quiz
Aan de slag!
Maak opdracht 1 ( zin 1 t/m 5) t/m 4 van het werkblad in Classroom (De brug - Spelling).