HA1: werkwoordspelling: pv tt oefenen
1 / 19
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Mijn zus (vermijden-tt) alle honden.
Slide 3 - Question ouverte
Morgen (laden) de chauffeur de vracht.
Slide 4 - Question ouverte
Kees en Anja (verhuizen) volgende week.
Slide 5 - Question ouverte
(worden-tt) je broer nooit boos?
Slide 6 - Question ouverte
De slager (braden-tt) het vlees.
Slide 7 - Question ouverte
Niemand (verliezen-tt) twee keer zijn fietssleutel.
Slide 8 - Question ouverte
(beantwoorden-tt) jij die brief?
Slide 9 - Question ouverte
De buurman (wuiven-tt) naar me.
Slide 10 - Question ouverte
(vinden-tt) Mieke dat leuk?
Slide 11 - Question ouverte
De docent (verduisteren-tt) het lokaal.
Slide 12 - Question ouverte
Afrika (strijden-tt) nog steeds tegen onrecht.
Slide 13 - Question ouverte
Er (woeden-tt) een orkaan.
Slide 14 - Question ouverte
(baden-tt) hij iedere ochtend in de zee?
Slide 15 - Question ouverte
De trein (verminderen-tt) vaart.
Slide 16 - Question ouverte
(verbinden-tt) je mijn voet even?
Slide 17 - Question ouverte
Te veel eten (schaden-tt) de gezondheid.
Slide 18 - Question ouverte
Mijn ex (beantwoorden-tt) mijn brieven niet.
